Overlevende verhaalt over Sobibor
Op de tweede achtereenvolgende dag hebben mensen uit Nederland in het proces tegen John Demjanjuk verhaald over de massamoorden in Sobibor, waar de nazi’s een vernietigingskamp hadden opgezet. De 89–jarige in Oekraïne geboren Demjanjuk wordt ervan beschuldigd als kampbewaker medeplichtig te zijn geweest aan de moord op 27.900 Joodse Europeanen, vooral Nederlanders.
De 88–jarige historicus Jules Schelvis overleefde onder meer het kamp Sobibor en vertelde zijn verhaal als medeaanklager, een bijzondere civiele partij die in het Duitse recht is verankerd. Schelvis verloor in Sobibor achttien familieleden, onder wie zijn 22–jarige vrouw en zijn schoonouders. Meer dan twintig andere familieleden van hem werden elders in bezet Polen, in Auschwitz, vermoord. Schelvis heeft boeken over Sobibor geschreven.Demjanjuk was een soldaat in het Rode Leger die door de Duitsers gevangen werd genomen. Hij zou vervolgens dienst hebben genomen bij Duitse instanties en als kampbewaarder in het vernietigingskamp Sobibor hebben gewerkt.
De beklaagde woonde lange tijd in de VS. Het proces in München begon op 2 december. Het was dinsdag pas de vijfde dag in het proces.
Van het doorgangskamp Westerbork in Drenthe reden van 3 maart tot en met 20 juli 1943 negentien treinen met in totaal 34.313 joden naar Sobibor, schrijft dr. E.A. Cohen in zijn boek ’De negentien treinen naar Sobibor" (1979). Vrijwel allen werden nog op de dag van aankomst vermoord.
Slechts negentien gedeporteerden, zestien vrouwen en drie mannen, hebben het kamp overleefd. Van hen zijn er zeventien niet verder geweest dan de ingang, zodat slechts twee overlevenden, een Nederlandse en een Duitse jodin, het kamp daadwerkelijk van binnen hebben gezien. Een van de overlevenden is Schelvis.