Van der Staaij: gedreven, gedegen en genietende SGP’er
Of SGP-Kamerlid Kees van der Staaij kan genieten? Zeker; als hij met zijn kinderen in het zwembad van de glijbaan roetsjt, maar ook als hij leest over politiek en geschiedenis. ’s Avonds drinkt hij met zijn vrouw graag een wijntje en daarna lezen ze samen een boek in bed.
Zomaar enkele ontboezemingen die Van der Staaij en zijn vrouw Marlies de afgelopen jaren naar buiten brachten. Veel seculiere media zijn toch wel benieuwd hoe zo’n jonge SGP’er in de 21e eeuw in het leven staat. En of hij wel kan genieten – want dat blijkt voor velen dé norm te zijn. De politicus doet het op zijn manier én verhaalt van vreugde die een steekje dieper gaat dan het hier en nu.Van de 41-jarige Van der Staaij, die sinds 1998 in de Tweede Kamer zit, mag verondersteld worden dat hij graag het woord voert. Dat was al zo toen hij als tiener in de plaatselijke vogelvereniging zat. „Ik vond het vergaderen leuker dan de vogels.”
Het woord voeren kan de staatkundig gereformeerde volksvertegenwoordiger ondertussen als geen ander. Hij is op z’n best als de dingen hem persoonlijk raken. Dat was in de jaren negentig het geval bij debatten over euthanasie en het homohuwelijk en recent bij het debat over minaretten. GroenLinksfractievoorzitter Halsema zei na het debat over het homohuwelijk dat ze het inhoudelijk niet met de SGP eens was, maar dat ze de gedrevenheid van Van der Staaij „ontroerend” vond. Ze zag zijn oprechte „gekwetstheid” op dit dossier en heeft toen meer begrip gekregen voor het gedachtegoed van orthodoxe christenen.
Van der Staaij gaat voor de vorming van zijn eigen gedachten vooral te rade bij Groen van Prinsterer, maar ook bij diens geestelijke vader Willem Bilderdijk. De SGP’er is het niet in alles eens met laatstgenoemde Reveilman, maar de manier waarop hij de tijdgeest doorzag, daarvan heeft het SGP-Kamerlid veel geleerd. De grondlijnen van Bilderdijks denken gebruikt hij nog regelmatig. In zijn studietijd in Leiden schreef Van der Staaij een scriptie over hem. Deze oriëntatie staat garant voor een gedegen inbreng.
Politiek was een gezamenlijke interesse van Marlies van Rhee en hem – dacht de jonge Kees. Toen hij bij de accountantsdochter het boek ”Christelijke politiek vandaag” in de boekenkast zag staan, was hij er vast van overtuigd dat zij de juiste vrouw voor hem was. Later heeft ze hem verteld dat er een misverstand in het spel was: ze had eigenlijk het boek ”Christelijke ethiek vandaag” willen kopen.
Van der Staaij, die zijn carrière startte bij de Raad van State, behoort niet tot de groep SGP’ers die vinden dat de vrouw achter het aanrecht hoort en de man de kost verdient. „Keuzevrijheid” is voor hem een sleutelwoord, zo zei hij kort na zijn trouwen, en niet „een plicht tot thuis zijn.”
Mevrouw Van der Staaij bleef ook na haar trouwen verpleegkundige. Nadat het echtpaar in 2001 en 2003 twee adoptiekinderen uit Colombia haalde, bleef moeder Van der Staaij één dag in de week werken, maar daarmee is ze in 2005 gestopt. Het beviel toch niet. Papa Van der Staaij zei daarvan: „Als ik nog bij de Raad van State had gewerkt, zou ik vermoedelijk één dag in de week thuis zijn.”
Van der Staaij deed als Kamerlid ook eens mee aan een demonstratie; geen dagelijkse bezigheid voor een staatkundig gereformeerde. Hij protesteerde in 2006 bij de Eritrese ambassade om aandacht te vragen voor het lot van 2000 gedetineerde christenen in het Afrikaanse land. De ME hoefde niet in te grijpen.
Het onderwerp christenvervolging is iets dat Van der Staaij aan het hart gaat. Als een krant bericht over vervolging van christenen is de SGP’er er snel bij om schriftelijke vragen te stellen aan de regering. Dat heeft diverse keren succes gehad.
Het valt daarbij op dat Van der Staaij zich in de schriftelijke vragen vrijmoedig beroept op godsdienstvrijheid, terwijl SGP’ers daar traditioneel niet zo voor zijn; zij houden het op gewetensvrijheid. Van der Staaij geeft zijn eigen invulling hieraan. Godsdienstvrijheid is voor hem een politiek feit, maar hij houdt de overheid wel voor dat alle godsdiensten niet gelijk zijn. Dat leerde hij van de Leidse rechtsfilosoof Labuschagne. „De overheid moet niet met een blinddoek op naar de verschillende godsdiensten in de samenleving en naar de geschiedenis kijken”, zo zei Van der Staaij enkele weken geleden nog in deze krant.
Kerkelijk behoort Van der Staaij tot de oud gereformeerde gemeente in Nederland in zijn woonplaats Benthuizen. Enkele jaren geleden werd hij gekozen tot diaken, maar daarvoor bedankte hij. „Het politieke en het kerkelijke ambt vallen moeilijk te combineren. Mijn werkdagen zijn veelal van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds.”
En het genieten dan? Dat doet de SGP’er met zijn kinderen Michael en Camilla. In het zwembad, in de tuin, in huis. En met zijn vrouw drinkt hij ’s avonds als hij thuiskomt graag een goed glas wijn, om dan de dag nog eens door te nemen.
Lezen doet de politicus graag en dat heeft hij gemeen met zijn vrouw. Marlies van der Staaij deed daarover in 2007 in het EO-magazine een boekje open: „Misschien is het iets te privé hoor, maar als we op dezelfde tijd naar bed kunnen gaan, lezen we samen een boek, al is het maar één bladzijde. Zo hebben we al heel wat boeken samen gelezen. Dat is goed voor de band die je samen hebt.”
Maar de echte, blijvende vreugde ligt voor Van der Staaij een steek dieper, namelijk in het christelijk geloof. Daarover heeft hij niet veel gezegd in de afgelopen jaren, maar tegenover een interviewer van het Friesch Dagblad verklaarde hij openhartig: „Gelukkig is er een Verlosser, Jezus Christus. Die is gestorven voor de zonde van eenieder die oprecht in Hem gelooft. Dat is voor mij een grote zekerheid. Ik heb naast de momenten van twijfel ook momenten van grote zekerheid. Soms lees ik teksten in de Bijbel die me zo aanspreken dat ik ontzettend overtuigd raak van het bestaan en de goedheid van God. Dat is bijzonder, overweldigend.”