Door het verbod van het ministerie van Landbouw mag geen pluimvee naar de slachterijen worden gebracht. Circa 2500 werknemers konden daardoor thuisblijven.

Secretaris C. Vermeeren van de Nederlandse Vereniging van de Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi) zei zondag dat de bevoorrading van winkels nog geen hinder zou ondervinden.

De Nepluvi verwachtte dat slachterijen, handelaren en winkels voldoende voorraad hebben om de consument voorlopig te blijven voorzien van kipfilets, kippensoep en andere pluimveeproducten.

De slachterijen verwerken doorgaans ongeveer 1 miljoen stuks pluimvee per dag. Vermeeren schat de schade voor de bedrijven op circa 1 miljoen euro per dag.

De sector probeert de kosten te beperken door vandaag direct werktijdverkorting aan te vragen bij minister De Geus (Sociale Zaken). In dat geval komen de loonkosten voor rekening van de WW-fondsen. Voor deze regeling geldt echter een eigenrisicoperiode van enkele dagen.

Vermeeren schat in dat het ministerie het vervoersverbod voor de bedrijven die buiten de getroffen gebieden in Gelderland liggen morgen geheel of gedeeltelijk opheft. Het ministerie van Landbouw zou hierover maandagmiddag een besluit nemen. De bedrijven zullen dan proberen de achterstand in te halen.

Mogelijk probleem is dat de vleeskippen in die korte tijd te snel zijn gegroeid. Ze mogen voor een goede verwerking eigenlijk niet zwaarder worden dan 2,5 kilo.

Ook bedrijven die hun aanvoer niet uit de mogelijke besmettingshaard van de klassieke vogelpest halen, liggen door het vervoersverbod in ieder geval vandaag stil.

„Het landelijk verbod lijkt misschien in eerste aanleg een radicale maatregel, maar ik snap dat ze eerst willen weten wat er nu precies aan de hand is. Dat is voor de sector als geheel het best”, zei directeur B. Remkes van G.P. Remkes Pluimveeslachterij uit het Gelderse Epe gisteren.

Remkes slacht dagelijks 25.000 tot 30.000 kippen. Ze komen niet uit het gebied dat nu wordt verdacht van besmetting met de klassieke vogelpest. De veertig tot vijftig werknemers hebben voor maandag vrijaf gekregen.

Door het vervoersverbod staan tevens enkele tientallen gespecialiseerde transportbedrijven stil. De wagens mogen niet voor een ander doel worden ingezet, zoals het transport van varkens of koeien. Ze zijn daar ook niet geschikt voor.

Transporteur J. Mandersloot ziet de situatie somber in. Op het terrein van zijn pluimveetransportbedrijf ”Mantrans” in Renswoude staan acht trucks er werkeloos bij. Op nog geen 5 kilometer afstand is bij boerenbedrijven mogelijk de klassieke vogelpest uitgebroken.

„Het vervoersverbod is niet zo best”, zegt Mandersloot met een licht gebroken stem. „Dat zoiets als de vogelpest kan uitbreken, speelt altijd wel in het achterhoofd. Nu ik er van zo dichtbij mee te maken heb, zit de schrik er flink in.”

De schade van het landelijke vervoersverbod schat Mandersloot voor zijn bedrijf op zo’n 5500 tot 6000 euro per dag. „Daar zou ik me tegen kunnen indekken, maar zo’n verzekering is dusdanig onbetaalbaar dat ik het niet heb gedaan. Ze kost zeker 10 procent van de jaaromzet. Dat vind ik te veel.”