Van den Berg: Nood medemens zal nooit wennen
Dr. M. A. van den Berg treedt per 1 januari af als voorzitter van de raad van toezicht van Woord en Daad. Het gaat hem aan het hart het contact met christenen elders in de wereld te moeten missen.
De hervormde predikant uit Zoetermeer was 22 jaar aan Woord en Daad verbonden. Omdat de code-Wijffels stelt dat een voorzitter van een raad van toezicht maximaal drie termijnen van vier jaar mag volmaken, is hij niet herkiesbaar.Welke organisatie trof u 22 jaar geleden aan?
„Een kleine, enthousiaste vrijwilligersorganisatie die wilde professionaliseren én het enthousiasme wilde vasthouden. Inmiddels telt Woord en Daad ruim vijftig medewerkers. Gelukkig is die geest van de begintijd gebleven. In de eerste jaren was ik als dagelijks bestuurder nauw bij de gang van zaken betrokken. Alle projecten zag ik langskomen. Als voorzitter van de raad van toezicht sta ik nu veel meer op afstand.”
Woord en Daad werkt vanuit christelijk perspectief. Hoe heeft u daar mede vorm aan proberen te geven?
„God doet het recht van armen en verdrukten gelden, zegt de Bijbel. Daarom moeten we niet alleen noodhulp bieden, maar ook werken aan het verbeteren van structuren. Altijd met de gebrokenheid door de zonde in ons achterhoofd. Die wetenschap zorgt er ook voor dat wij het soms langer volhouden dan seculiere organisaties.”
Wat heeft de confrontatie met armoede u persoonlijk gedaan?
„Als predikant kreeg ik een wereld vol nood naar mij toe. Dat was schokkend. De nood van een medemens went nooit. Het werpt steeds weer de vraag op hoe sober ik zelf moet leven.”