Binnenland

Verkleumde vrouw in warme auto

De kou is weer in het land. Extra drukte voor de Wegenwacht. Accu’s weigeren dienst, sloten vriezen vast. Op pad met Wegenwachter Maarten Mos. „In de winter zijn de klanten dankbaarder.”

J. Visscher
16 December 2009 11:29Gewijzigd op 14 November 2020 09:23
ZWOLLE – Wegenwachter Maarten Mos inspecteert de motor van een gestrande auto in Zwolle. Nu de kou is ingetreden, heeft de Wegenwacht het extra druk. De afgelopen dagen waren er duizenden extra pechmeldingen. Foto RD
ZWOLLE – Wegenwachter Maarten Mos inspecteert de motor van een gestrande auto in Zwolle. Nu de kou is ingetreden, heeft de Wegenwacht het extra druk. De afgelopen dagen waren er duizenden extra pechmeldingen. Foto RD

Handenwrijvend staat Welmoed van der Wal dinsdagmiddag in een middenberm in Zwolle. Naast haar staat een Volvo V70 in het gras geparkeerd. Op het dak van de auto ligt een vorstlaagje. De alarmlichten knipperen. „Die auto is echt afgeslagen. Anders sta je niet midden in de berm”, zegt Wegenwachter Mos, terwijl hij zijn gele Volkswagen Touran naast de gestrande auto parkeert. „Hij deed echt niks meer”, zegt de vrouw.De motorkap gaat open. Met een spanningzoeker controleert Mos een reeks zekeringen. „Start maar even door.” Hoe de vrouw ook aan de sleutel draait, het mag niet baten. Mos is er algauw achter dat de motor geen brandstof krijgt. Kan de tank leeg zijn? Onmogelijk, zegt Van der Wal. „Het lampje brandt nog niet eens en dan nog kun je nog een heel eind.”

Voor de zekerheid giet Mos een paar liter diesel in de tank. Ook dan weigert de Volvo dienst. Even later heeft Mos het euvel ontdekt. De brandstofpomp is kapot. „Er staat 495.000 kilometer op de teller”, zegt Van der Wal. „Als dit dan de eerste brandstofpomp is, heeft-ie geen schuld”, stelt Mos vast. De Wegenwachter neemt de Volvo op sleeptouw, naar een woning van de vrouw elders in Zwolle. Met een zucht van verlichting stapt de vrouw tien minuten later uit de Volvo. „Ik voelde me net een bumperklever.”

Accu

Nu de winter weer in het land is, krijgt de Wegenwacht duizenden pechmeldingen extra. Een typische winterkwaal is de weigerende accu, zegt Mos, terwijl hij zijn wagen door het verkeer loodst. „Als auto’s bijvoorbeeld een weekend hebben stilgestaan met dit koude weer, kan de accu ermee ophouden. Na een koude kerstvakantie krijgen we een hoop meldingen over bouwbusjes met een kapotte accu.”

Een ander winters fenomeen is dat mensen hun sleutel in een afgesloten auto laten liggen. „Als het gevroren heeft, gaan mensen ramen krabben. Ze gaan even de auto in en laten per ongeluk de sleutel achter. Wij moeten dan het portier weer open zien te krijgen.”

Riskant is als de radiateur bevroren raakt, waardoor de koeling in de auto niet meer goed werkt. Bij extreme kou, zoals min 20 graden, kunnen remmen van bijvoorbeeld vrachtwagens bevriezen. „Dan komen ze niet meer weg en zul je de remmen eerst warm moeten krijgen.”

De avondlucht kleurt oranje. Hoge kranen steken bij ’t Harde af tegen de hemel. Hoog op een van de gevaartes pinkelen de lichten van een kerstboom. In zijn auto wijst Mos rond halfvijf op het display van de tekstmobilofoon. Tot dusver zijn er deze dag 6386 pechmeldingen. „Het is erg druk. We gaan hard op weg naar de 7000. Op een normale dag zijn er ongeveer 4000 meldingen.”

Maarten Mos kan het werk in winterse tijden wel waarderen. „Mensen zijn in de winter dankbaarder voor ons werk. Ze zijn blij als wij komen als ze in de kou hebben gewacht. Je bent als Wegenwachter niet alleen maar aan het sleutelen. Contact met de mensen is ook belangrijk.”

Zo nu en dan biedt de Wegenwachter in koude dagen warmte aan verkleumde reizigers. „Begin dit jaar moest ik rond middernacht mensen in een oude Mercedescamper helpen. Het was ergens bij Heino, op de N348. Heel donker, min 18 graden. Een vader, moeder en zoon hadden de camper net via Marktplaats gekocht. Ze zouden ermee naar een motorcross­festijn gaan. De brandstoftank bleek leeg te zijn. De moeder was tot op het bot verkleumd. Ze kon haar vingers nauwelijks nog bewegen. In mijn auto kon ze zich wat opwarmen.”

Zwaailichten

Via donkere Veluwse binnenwegen stuurt Mos zijn auto naar restaurant Het Roode Koper, in de bossen bij Leuvenum. Op de parkeerplaats staat een Ford Focus met een platte achterband. „Ik reed op een bospaadje en kreeg een lekke band”, verklaart de eigenaar.

Bijgelicht door een zaklamp en met vaardige hand legt Mos er een reservewiel onder. „Dat heeft u sneller gedaan dan ik het zou kunnen”, stelt de Fordrijder vast.

Rond halfzeven parkeert Mos zijn wagen voor een woning in Wilsum. De Opel Astra van de familie Riezebos komt niet meer van zijn plek. „Hij kon gisteren al moeilijk starten. Vanmorgen kwam hij niet op gang”, zegt vader Aske.

„De accu is kapot. Een typisch kouprobleem”, constateert Mos. Er gaat meteen een nieuw exemplaar in, direct te leveren door de Wegenwacht. In de deuropening van de garage kijkt een zoontje van Riezebos nieuwsgierig toe. „Jongen, ga jij eens naar binnen”, vermaant vader. „Het is koud.”

Even later drukt het kereltje zijn neus tegen het glas. „Die jongen vindt dit mooi”, lacht Riezebos, wijzend naar de Wegenwachtwagen. „Hij denkt zeker aan die zwaailichten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer