Gelderland op de bres voor dakloze
De provincie Gelderland heeft een protestbrief gestuurd aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de bezuinigingsplannen voor de maatschappelijke opvang. Dat maakte zij maandag bekend.
Het is een laatste poging om te voorkomen dat het Rijk drastisch gaat bezuinigen op de Gelderse opvang voor dak- en thuislozen, aldus de provincie.Eerder had staatssecretaris Bussemaker aangekondigd 5,8 miljoen voor maatschappelijke opvang te zullen weghalen bij de vijf grote Gelderse gemeenten, om dit door te sluizen naar de daklozen in de Randstad.
Dit is het gevolg van een nieuwe berekening door het Rijk. De staatssecretaris heeft bij deze nieuwe berekening de conclusie getrokken dat het opvangen van dak- en thuislozen voor deze gemeenten blijkbaar geen hoge prioriteit heeft, vindt de provincie.
In de brief protesteert de Gelderse gedeputeerde Esmeijer van Zorg en Welzijn niet alleen tegen deze berekening van de rijksoverheid, maar vooral tegen de forse gevolgen die deze heeft voor de opvang. „Het komt erop neer dat in Gelderland daklozen op straat belanden omdat het geld naar de Randstad gaat. Dat kan nooit de bedoeling zijn, en al helemaal niet in deze tijd.”
Gelderland kent vijf centrumgemeenten voor de opvang van dak- en thuislozen, de zogenoemde maatschappelijke opvang: Arnhem, Nijmegen, Ede, Apeldoorn en Doetinchem.
Alleen Doetinchem hoeft geen geld in te leveren. De andere vier gaan er in de nieuwe systematiek fors op achteruit: Arnhem levert 2,3 miljoen euro in, Nijmegen en Apeldoorn elk 1,3 miljoen euro en Ede 0,9 miljoen euro.
Tegelijkertijd komen er de laatste maanden steeds meer mensen op straat te staan. Deze mensen zijn aangewezen op maatschappelijke opvang. Ook het aantal dakloze jongeren neemt links en rechts toe, constateert de provincie.
In de brief, die mede namens de vijf centrumgemeenten is geschreven, toont Esmeijer begrip voor een andere verdeling, maar hij acht deze ingreep veel te drastisch. De gedeputeerde vraagt daarom de staatssecretaris maximaal 350.000 euro per gemeente te bezuinigen, zoals de Raad voor de Financiële Verhoudingen al eerder had aangegeven.
Volgens Esmeijer is de maatschappelijke opvang niet alleen belangrijk voor het huisvesten van mensen, maar nog veel meer voor het weer op weg helpen van dak- en thuislozen naar een min of meer regulier leven.
Iedere bezuiniging heeft direct gevolgen voor de kwaliteit van deze opvang, zegt hij. „Preventie betaalt zich aantoonbaar driedubbel terug. Als we bezuinigen op preventie, dan bezuinigen we op het recht op een menswaardig bestaan voor de meest kwetsbare groep die er bestaat. En dat wil ik niet op mijn geweten hebben.”