Olieconcerns houden prijs benzine hoog
De grote oliemaatschappijen Shell, BP, Esso, TotalFina en Texaco houden via afspraken met pomphouders de prijzen van benzine, diesel en lpg kunstmatig hoog. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft dat geconstateerd na een onderzoek van anderhalf jaar.
Dat heeft de NMa dinsdag meegedeeld. Volgens de concurrentiewaakhond hanteren alle maatschappijen eenzelfde soort steunsysteem, waardoor de pomphouders „niet worden geprikkeld" om een lagere prijs dan de landelijke adviesprijs te rekenen. „Dit gebrek aan onderlinge concurrentie betekent voor de consument hogere prijzen", aldus de NMa.
Steunsysteem
Door het systeem wordt volgens de NMa ook de toetreding van nieuwkomers tot de markt bemoeilijkt. Het gaat bij het steunsysteem om een zogenoemde verticale prijsafspraak. Omdat voor zulke afspraken in principe een Europese vrijstelling geldt, vallen ze niet onder het kartelverbod. Maar in Nederland hebben deze praktijken een dusdanig concurrentiebeperkend effect dat de NMa de doorwerking van de Europese vrijstelling naar het Nederlandse kartelverbod „buiten toepassing" kan verklaren. Vervolgens kunnen er boetes volgen als de partijen zich hier niet aan houden. Het voornemen daartoe heeft de kartelwaakhond dinsdag aan de betrokken partijen meegedeeld.
Minister Jorritsma van Economische Zaken wijst er in een reactie op dat de kwestie een zaak is van de NMa. Ze benadrukt dat er geen bewijzen zijn gevonden voor prijsafspraken tussen de oliemaatschappijen. Jorritsma verwacht wel dat de concerns door de aangekondigde maatregel van de NMA gedwongen zullen worden echt te gaan concurreren.
Het steunsysteem van de oliemaatschappijen is in alle Europese landen toegestaan. In principe dient het ertoe om pomphouders in staat te stellen prijsverlagingen van de concurrent te volgen. Volgens de NMa wordt de regel in Nederland dusdanig toegepast dat op het moment dat een concurrent in de buurt de prijzen verlaagt, de maatschappij bijspringt om haar eigen pomphouder dezelfde prijsverlaging te kunnen laten doorvoeren.
De oliemaatschappijen kunnen nu hun zienswijze geven op de conclusies van de NMa. Ze krijgen daarvoor volgens een woordvoerster „een redelijke termijn." Daarna neemt de NMa een definitief besluit. Houdt ook dat oordeel in dat de afspraken een overtreding vormen van het kartelverbod, dan kan de NMa bij voortzetting van de praktijken een boete of sanctie opleggen. De maximale boete is 10 procent van de netto jaaromzet van een bedrijf.
Shell reageerde als door een wesp gestoken op de aantijgingen van de NMa. „Het persbericht van de NMa is in hoge mate misleidend." Ook sprak de maatschappij van „stemmingmakerij."
Shell constateert dat opnieuw is vastgesteld dat er geen prijsafspraken zijn gemaakt tussen maatschappijen. „De NMa heeft dan ook geen boete opgelegd. Maar de NMa wil vervolgens wel de Europese spelregels eenzijdig en alleen voor Nederland wijzigen. Shell vindt dat merkwaardig omdat er geen grond voor bestaat. De benzinemarkt in Nederland wijkt niet af van die in veel andere landen."
Markt vrijer
De ANWB zei blij te zijn met het voornemen van de NMa. „Het lijkt er zeker op dat de benzineprijzen wat vrijer worden en de concurrentie groter", aldus een woordvoerder. Hij wees erop dat de ANWB zelf al probeert de markt vrijer te maken door met hulp van leden de namen van goedkope tankstations te publiceren op internet.
Ook de Consumentenbond reageerde enthousiast. „Dit bevestigt onze vermoedens dat de oliemaatschappijen jarenlang te hoge prijzen hebben gevraagd." De bond zegt dinsdag van de NMa te hebben vernomen dat in zes jaar tijd in totaal 3 miljard gulden te veel is berekend. De Consumentenbond verlangt dat de maatschappijen de prijzen voor geheel 2002 verlagen met 10 eurocent per liter „om enigszins tegemoet te komen aan de consument." Als ze dat weigeren, zal de bond minister Jorritsma ertoe oproepen in te grijpen.