„Onvoldoende voor veel vmbo-scholen”
Een kwart van de vmbo-t-scholen presteert onvoldoende. De leerlingen op de voormalige mavo’s halen vooral lage cijfers in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Dat concludeert dagblad Trouw op basis van gegevens van de onderwijsinspectie. De krant publiceert het onderzoek vandaag.Trouw onderzoekt jaarlijks Nederlandse scholen op basis van aantallen zittenblijvers, slagingspercentages en examencijfers en geeft de scholen een cijfer.
Prof. dr. J. Dronkers, onderwijssocioloog en hoogleraar aan de Universiteit Maastricht, ontwikkelde de methode die het dagblad hiervoor gebruikte.
Trouw geeft een kwart van de vmbo-t-scholen een onvoldoende. Uit het onderzoek bleek onder andere dat in 2008 leerlingen van bijna vijftig vmbo-t-scholen voor twee van de kernvakken Engels, Nederlands en wiskunde gemiddeld een cijfer haalden dat lager was dan een 6. Havo’s deden het volgens het onderzoek van Trouw juist goed. Op deze scholen scoorde 40 procent van de leerlingen een 7 of hoger op deze kernvakken.
Volgens een woordvoerder van de Inspectie van het Onderwijs geeft de lijst van Trouw een beperkt beeld van de scholen.
Dronkers, en daarmee Trouw, gebruikt een beperkt aantal gegevens om scholen te kwalificeren als goed of niet goed, aldus de zegsman. „De inspectie gebruikt een uitgebreide verzameling gegevens om tot een afgewogen oordeel over de opbrengsten te komen. De inspectie betrekt dit oordeel bij de vraag of een school eventueel zwak of zeer zwak is.”
Volgens de inspectie is daardoor het beeld van de scholen in Trouw anders dan bij de onderwijsinspectie. „Er is meer nodig om te weten als ouder of leerling over een school.”
In oktober becijferde Trouw nog dat vmbo-leerlingen gemiddeld wel op een hoger niveau dan vijf jaar geleden leren. Het aantal jongeren in de basisberoepsgerichte leerweg verminderde met een derde.
Veel scholen vrezen dat de opleidingen op de laagste niveaus te duur worden. Nu al lukt het scholen niet altijd om leerlingen op die niveaus de opleiding te bieden die het best bij hen past.
Ook slonk het totale aantal vmbo-leerlingen de afgelopen vijf jaar: van 61 tot 56 procent van het totaalaantal leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Als onderwijsvorm bestond het vmbo in augustus tien jaar. Het kabinet-Kok II voerde in 1999 de door staatssecretaris Netelenbos geïnitieerde onderwijsvorm in.