Van Lokven heeft een geitenhouderij met 550 dieren in Vinkel, vlak bij ’s-Hertogenbosch. Zijn bedrijf is een van de 55 boerderijen die zijn getroffen door de Q-koorts. Ook is hij al achttien jaar voorzitter van de vakgroep geitenhouderij van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). Eind van dit jaar stopt hij daarmee.Van Lokven was gisteren aanwezig bij het Tweede Kamerdebat over de aanpak van de Q-koorts met de ministers Klink (Volksgezondheid) en Verburg (Landbouw).

Hij is opgelucht nu het kabinet maatregelen heeft getroffen om de Q-koorts te bestrijden, zegt hij tijdens de autorit vanuit Den Haag terug naar Brabant. Ze passen volgens hem prima in het plan van aanpak van de LTO.

Hij is het niet eens met de kritiek dat de maatregelen te laat komen. „Het ministerie van Landbouw heeft alles gedaan wat het kon doen. Pas in de zomer was het mogelijk via melktankonderzoek erachter te komen welke bedrijven precies besmet waren. Met de uitkomsten daarvan is het ministerie aan de slag gegaan.”

Het ruimen van dieren is een ingrijpende maatregel, vindt de geitenhouder. Ook zijn dieren zullen worden afgevoerd. Toch ziet hij positieve kanten aan de maatregelen. „Daardoor kunnen we schoon schip maken en weer aan een nieuwe toekomst gaan bouwen.”

Van Lokven is het niet eens met de opmerking van veearts Van Dinther uit Oss dat de overheid eerst het effect van vaccineren had moeten afwachten voor ze besloot tot ruiming. „In 2008 zijn duizenden geiten op twintig bedrijven ingeënt. De resultaten daarvan zijn nadrukkelijk gevolgd en meegenomen in de nu genomen beslissing.”

Minister Verburg zei tijdens het Kamerdebat bekend te zullen maken welke bedrijven met Q-koorts zijn besmet. Van Lokven steunt de minister hierin. „Het is voor de mensen die in de omgeving van een besmet bedrijf wonen goed om te weten welke boerderijen ze moeten mijden. Natuurlijk is het vervelend dat iedereen weet dat er Q-koorts op mijn bedrijf heerst. Maar het zou erger zijn als iemand dat niet wist en vervolgens ziek wordt of zelfs overlijdt. Dat vergeet je je leven niet meer.”

De geitenhouder hoopt dat het lukt zo weinig mogelijk gezonde dieren te doden, het streven van de minister. „Het ruimen van gevaccineerde, maar besmette geiten is zwaar voor de boeren. Maar op sommige bedrijven is niet ingeënt door een tekort aan vaccins. Er moet een oplossing voor die bedrijven komen. Het is ethisch moeilijk om gezonde drachtige geiten af te maken.”

Het is te makkelijk om naar schaalvergroting te wijzen als oorzaak van de Q-koortsepidemie, vindt Van Lokven. „Wel is het natuurlijk zo dat hoe meer geiten er in een gebied leven, hoe sneller een bacterie zich kan verspreiden. Dat is nu eenmaal zo. Ik weet ook niet waarom al die dieren en boeren zo graag in Brabant willen zijn. Het ligt in elk geval niet aan de grootte van het bedrijf. Zowel kleine als grote geitenhouderijen zijn getroffen.”

Gezien de plannen van de ministers neemt Van Lokven met een gerust hart afscheid als voorzitter van de vakgroep geitenhouderij van de ZLTO. Actief boeren blijft hij wel, ondanks de ruiming. „Ik ben achter in de vijftig en heb geen opvolger. Wel ga ik wat rustiger aan doen.”