Dat heeft minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin donderdag geschreven aan de Tweede Kamer. Begin dit jaar maakte de Kamer zich zorgen over de jongeren die in een isoleercel belanden. De inspectie zou het afzonderen van de jongeren meenemen in een onderzoek naar hun rechtspositie, maar weet nu nog niet hoeveel jongeren met het fenomeen te maken krijgen.Dat komt omdat de instellingen nogal verschillende omschrijvingen hanteren van wat zij onder afzonderen verstaan. De instellingen zijn nu afspraken aan het maken om daar meer lijn in te brengen. Uitgangspunt wordt dat een jongere die apart gezet moet worden, pas een zware maatregel krijgt opgelegd als lichtere beperkingen niets hebben uitgehaald.

Van de negen instellingen voor gesloten jeugdzorg die de inspectie onderzocht, schortte het bij vier aan de rechtspositie van de klanten. Dan gaat het om maatregelen als afzonderen, toekenning van verlof, klachtenregeling en vertrouwenspersonen. Rouvoet gaat ervoor zorgen dat alle instellingen over een vertrouwenspersoon kunnen beschikken. Drie instellingen moet het personeel beter gaan trainen om jongeren beperkende maatregelen op te kunnen leggen.

Zes instellingen krijgen een jaar de tijd om de rechtspositie van de jongeren op peil te brengen, maar drie instellingen moeten al voor 1 januari de boel op orde hebben. De instelling Jeugdformaat/Jutters–Combinatie (JJC) was eerder dit jaar al onder verscherpt toezicht gesteld.