Zaak-Demjanjuk bleek toch niet op slot
De rechtbank in het Duitse München begint vandaag met de strafzaak tegen John Demjanjuk, die ervan wordt verdacht dat hij bewaker in het kamp Sobibor is geweest.
Jarenlang dacht de Duitse justitie dat de zaak-Demjanjuk definitief op slot zat. Na de vrijspraak in Israël begin jaren negentig leek het onmogelijk ooit nog een zaak tegen hem te beginnen. Tot begin vorig jaar. Toen liep de Oekraïense Amerikaan door een samenloop van omstandigheden toch weer in het oog.Bij de ”Zentralstelle” in Ludwigsburg (het bureau dat zich nog steeds bezighoudt met het zoeken van moordenaars uit de nazitijd) zocht een medewerker voor een ander onderzoek iets na op internet. „Toen stuitte hij op een nieuwsbericht dat Demjanjuk zijn Amerikaanse staatsburgerschap zou verliezen”, vertelt Kurt Schrimm, officier van justitie en hoofd van de Zentralstelle.
De Amerikaanse regering nam Demjanjuk zijn paspoort af omdat hij in Sobibor zou hebben gewerkt. Bij zijn immigratie in 1952 had hij dit werk in het vernietigingskamp verzwegen. Schrimm: „Wij wisten totaal niet dat Demjanjuk ook in Sobibor had gewerkt. Wij wisten alleen dat hij in Israël was vrijgesproken van de verdenking dat hij in Treblinka was geweest.”
‘Ludwigsburg’ rook dat er achter dit nieuwsbericht wel eens onbekend bewijsmateriaal schuil zou kunnen gaan dat de Duitse justitie zou kunnen gebruiken. Schrimm en zijn medewerkers namen dus contact op met de Amerikaanse autoriteiten. „We zijn toen acht maanden aan het onderzoeken geweest en hebben alle bewijzen met de Amerikanen uitgewisseld. Ook in Israël zijn dingen nagezocht. Vanzelf kwam het toen eind vorig jaar tot een uitleveringsverzoek.”
Daarna heeft het bureau in Ludwigsburg de zaak overgedragen aan de officier van justitie in München. Het bureau voor nazimisdrijven in Ludwigsburg mag namelijk zelf geen processen voeren. Na onderzoek moet het hele dossier worden overgedragen aan een reguliere aanklager, die het onderzoek naloopt en dan alsnog besluit of hij de zaak doorzet.
Uit gegevens in Amerika viel onder meer op te maken in welke periode Demjanjuk in het verdwenen vernietigingskamp had gewerkt. Schrimm: „Het doel van een vernietigingskamp was iedereen te doden. Iedereen die daar werkte, is daarmee per definitie medeplichtig aan moord. Bijvoorbeeld door de mensen uit de treinen te halen, hen uit te kleden en in de gaskamers te brengen en die later weer leeg te maken.”
In de zes maanden in 1942-’43 dat Demjanjuk in Sobibor zou hebben gewerkt, stierven in het kamp volgens Schrimm 29.000 mensen, onder wie 19.000 Duitse Joden. „De getallen kennen wij door een reconstructie van de transportlijsten. Mijn collega heeft ook veel gebruikgemaakt van de Nederlandse lijsten uit Kamp Westerbork. Het oudste slachtoffer in de periode van Demjanjuk was een Nederlandse Jood van 98; het jongste een baby van drie weken die in Westerbork was geboren.”
Tot het personeel van het vernietigingskamp behoorden ongeveer dertig SS’ers. Zij werden bijgestaan door 90 tot 120 ”trawniki”, helpers uit vooral Oost-Europa. Demjanjuk, nu 89 jaar oud, zou een van hen zijn geweest. De nazi’s vermoordden in Sobibor ongeveer 250.000 Joden. Vanuit Nederland werd 34.313 Joden naar het kamp dicht bij de Russische grens getransporteerd.
Het proces begon vanochtend en duurt naar verwachting zeker tot en met mei volgend jaar. De zittingen duren maximaal drie uur per dag, in verband met de zwakke gezondheid van de verdachte. Per week hoeft Demjanjuk niet meer dan drie dagen naar de rechtbank te komen.
Het is voor het eerst dat een persoon die zo laag geplaatst was –hij zou een eenvoudige bewaker zijn geweest– voor de rechter moet verschijnen voor oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog. Zijn eventuele veroordeling kan betekenen dat andere laaggeplaatste ex-nazi’s ook vervolgd gaan worden.
De Duitse justitie doet nog doorlopend onderzoek naar misdadigers uit de Tweede Wereldoorlog. De tijd dat officieren terechtstonden, is echter voorbij, omdat de meesten van hen zijn gestorven. Het gaat nu vooral om jongere mensen die ondersteunend werk deden.