Dualisme geen succes in kleine gemeenten
Het dualisme heeft kleine gemeenten regels opgelegd die eigenlijk een maatje te groot voor ze zijn. Die passen volgens hen beter bij de grote stad.
„De raadsleden meer de straat op? Zichtbaar zijn in de wijk? Als een raadslid hier zijn voordeur uit stapt, staat hij al midden in de samenleving”, vat deeltijdraadsgriffier S. van der Zwaag van Schiermonnikoog (1004 inwoners) het samen.
Na de raadsverkiezingen van vorig jaar moest elke gemeente beginnen met het invoeren van het duale stelsel. Het idee daarachter is dat de raad meer invloed krijgt op de besluitvorming en dat burgers meer zeggenschap krijgen. Tussen gemeentebestuur en -raad moet een strikte scheiding ontstaan.
„Dualisme is voor kleine gemeenten eerlijk gezegd vooral een papieren exercitie”, zegt gemeentesecretaris H. Kragt van het Overijsselse Bathmen (5193 inwoners). „In Bathmen spreekt iemand die een wethouder of een raadslid nodig heeft hem aan, of dat nu in het gemeentehuis is, in de supermarkt of bij de sportclub. Wij zijn er niet veel mee opgeschoten.”
Kragt constateert dat de duale regels vooral veel tijd kosten. „Het is heel geforceerd: zelfs de burgemeester moet soms eerst uitzoeken of hij tegenwoordig nog wel over een bepaald onderwerp gaat. We hangen steeds bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de lijn. Het hele dualisme is ons een maatje te groot.”
Kragt is tot 1 maart nog zowel gemeentesecretaris als raadsgriffier. De laatste functie is nieuw en bedoeld om de raad te ondersteunen in het werk. Na 7 maart is het formeel verboden beide functies te combineren, aangezien de gemeentesecretaris, die bij de vergaderingen van Burgemeester en Wethouders zit, op de hoogte kan zijn van niet-openbare zaken, die de raad juist publiekelijk wil aanzwengelen. Maar in een kleine gemeente is het wethouderschap al geen volledige baan. Voor een raadsgriffier is er zeker niet voldoende werk. Bathmen gaat nu de deeltijdraadsgriffier van het naburige Gorssel voor vier uur per week inhuren.
Van der Zwaag van Schiermonnikoog is wel officieel deeltijdgriffier, maar ook loco-gemeentesecretaris. „We hebben gewoon niet genoeg inwoners om overal aparte ambtenaren voor te benoemen. Het is ook een beetje gekunsteld. De raadszaal is hier nog wel anders ingericht, met stoeltjes voor de wethouders achter de raad, maar dat was zo’n poppenkast dat we dat maar snel weer in de oude staat hebben teruggebracht”, zegt hij.
In het duale bestel zijn wethouders eigenlijk alleen nog welkom in de raadsvergadering op uitnodiging van de raadsvoorzitter. De vertrouwde collegetafel zou dus niet meer nodig zijn, maar is in kleine gemeenten gewoon blijven staan.
Het voorgeschreven dualisme kan juist in kleinere gemeenten, waar iedereen elkaar kent, ook tot fikse aanvaringen tussen het college en de raad leiden. In het Gelderse Wehl (6700 inwoners) stapte onlangs een ervaren wethouder van de plaatselijke partij Vooruit Voor Wehl ’70 op omdat hij zich persoonlijk aangevallen voelde door de gemeenteraad, deels tevens privé-kennissen.
In het duale stelsel zijn wethouders geen lid meer van hun fractie om de gewenste scheiding tussen beleid en uitvoering extra te benadrukken. „Sommige raadsleden vatten hun nieuwe rol een beetje al te kritisch op”, meent gemeentesecretaris B. Jansen.
Gemeentesecretaris Jansen van Wehl ziet als groot bezwaar van het duale stelsel dat het informele contact tussen wethouders en raadsleden minder gemakkelijk is geworden. „In een kleine gemeente gaat nu eenmaal niet alles altijd via de formele wegen. Dat hoeft ook niet. Soms is onderling overleg vruchtbaarder dan de zware discussie in de besluitvormende en opiniërende raadsvergadering, zoals het systeem nu officieel heet”, zegt zij.
„De grens is in een kleine gemeenschap niet zo scherp te trekken”, erkent ook eilandbewoner Van der Zwaag. „Het idee achter dualisme is op zich best waardevol. Niet-fractiegebonden wethouders benoemen vind ik bijvoorbeeld een goed idee, maar het probleem is dat die mensen hier dan ook moeten gaan wonen. En dan komt iedereen elkaar toch weer overal tegen.”