Bokkenrijders hebben nooit bestaan
De beruchte Bokkenrijders, die volgens de overlevering Limburg en omstreken in de achttiende eeuw zouden hebben geteisterd, hebben in werkelijkheid nooit bestaan.
Dat blijkt uit de donderdag in Kasteel Limbricht gepresenteerde Canon van Limburg, een overzicht van de geschiedenis van het Maasland, de streek die nu als Limburg bekendstaat.De canon is tot stand gekomen op initiatief van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap en de provincie Limburg. Daarin zijn de belangrijkste momenten uit de geschiedenis chronologisch gerangschikt in 52 vensters, verdeeld over tien tijdvlakken.
De canon, geschikt voor het onderwijs, verhaalt over Limburgse schatten en trauma’s, boegbeelden en deugnieten.
Over de Bokkenrijders zijn talloze boeken verschenen. Zelfs een aflevering van Suske en Wiske werd eraan gewijd.
Havelozen en armen probeerden in de 18e eeuw via diefstal te overleven, maar de door angst en paranoia gedreven fantasie van rijke boeren en bijgelovige burgers maakte van deze mensen levensgevaarlijke lieden, die in georganiseerde benden zouden opereren.
Die Bokkenrijders zouden zich met een eed verbonden hebben aan de duivel. Reden voor de overheid om opgepakte verdachten te folteren, tot groteske „bekentenissen” te dwingen en op te hangen.
Historicus Jos Venner, onder wiens leiding de Limburgse canon tot stand kwam, noemt de bokkenrijders in het boek een waanidee. Pas na 1775 ontstonden er twijfels aan de waarde van de door foltering verkregen verklaringen. „Voor honderden onschuldigen kwam dit besef te laat”, aldus Venner in de Canon van Limburg.
De canon is het Limburgse antwoord op de Canon van Nederland, die twee jaar geleden werd uitgebracht.
Deze Nederlandse Canon werd in Limburg als te protestants en te Hollands ervaren, met te weinig aandacht voor de regio, te veel gefocust op mannen en te blank, aldus een woordvoerster van de provincie Limburg.