Milosevic-aanklagers doen te geheimzinnig
De aanklagers in het Milosevic-proces hebben de afgelopen dagen herhaaldelijk alle andere partijen in de rechtszaal van het Joegoslavië-tribunaal tegen zich gehad. Dat waren de verdachte ex-president van Joegoslavië, de rechters en de amici curiae (vrienden van het hof) die moeten assisteren bij het voeren van een eerlijk proces.
Inzet is de geheimzinnigheid van de aanklagers rond de namen van hun getuigen. In principe heeft bij het VN-hof elke verdachte recht op een eerlijk proces en getuigen die hem of haar met open vizier tegemoettreden. Daardoor kan ook het publiek controleren of de verdachte een eerlijk proces heeft gehad.
Hiervan kan worden afgeweken om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld als de getuige zich bedreigd voelt. Hij kan dan een zogeheten pseudoniem krijgen, zoals K-4711 of C-123. Voor de verdachte Milosevic betekent dat extra moeilijkheden bij de voorbereiding van de verdediging: hij krijgt de namen van de beschermde getuigen pas tien dagen voor de getuigenis en hij mag die maar met een klein aantal medewerkers delen.
Daarom mogen de aanklagers de „beschermende maatregelen” alleen aanvragen als het echt nodig is. De afgelopen maanden is echter herhaaldelijk gebleken dat de getuige die helemaal niet wilde. ”Kapitein Dragan” gaf woensdag aan dat hij niets te verbergen had. De getuige vóór hem, oud-generaal Vasiljevic, wilde ook geen pseudoniem, zo bleek bij het begin van de getuigenis.
Toen Milosevic donderdag klaagde over de excessieve pseudoniemenpraktijk, zei voorzittend rechter May iets wat de Brit niet gauw over de lippen komt: „Hij heeft gelijk.” VN-aanklager Geoffrey Nice, anders nooit te beroerd om in omslachtige zinnen in geaffecteerd Engels een antwoord te improviseren, had hier even niet van terug en vroeg om bedenktijd.
Vrijdag wist hij wel enkele goede technische redenen voor de ingesleten praktijk naar voren te brengen, maar de rechters denken toch na over maatregelen om „misbruik” of „manipulatie”, zoals door Milosevic verondersteld, te voorkomen. De Jamaicaanse VN-rechter Robinson overweegt van de aanklagers een door de getuige ondertekend briefje te vragen waarin deze aangeeft dat hijzelf om anonimiteit heeft gevraagd.
Amicus Steven Kay vroeg zich af of er in veel gevallen niet sprake is van „hysterie.” Volgens de met een pruik getooide Engelsman zouden veel getuigen met een reis naar Den Haag niet meer risico lopen dan de Engelse cricketploeg met een reis naar Zimbabwe. De rechters hebben de te nemen maatregelen in beraad.