Kritiek op website onbevoegde leraren
De informatie die het ministerie van Onderwijs heeft gebruikt bij de berekening van het aantal onbevoegde docenten is niet zonder meer betrouwbaar.
Dat stelt de VO-raad, de sectororganisatie van het voortgezet onderwijs. „De bronnen waarop het ministerie zich baseert –de integrale personeelstelling in combinatie met een jaarlijkse steekproef van lesroostergegevens– zijn niet representatief”, stelt de raad. „Daarnaast zijn de gegevens moeilijk te interpreteren: de ene keer betreffen ze één locatie en de andere keer meerdere.”Website DRS Online meldde woensdag in een e-mail dat op alle zeven reformatorische middelbare scholen in 2008 minder lesuren door bevoegde docenten werden gegeven dan het landelijk gemiddelde (73,6 procent). Gemiddeld kwamen de reformatorische scholen op 65,1 procent.
De gegevens zijn afkomstig van de website bevoegd.nl, die op 4 november door minister Plasterk van Onderwijs werd geopend.
De Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem heeft het laagste percentage: 57,3. „We gaan dat verifiëren”, zegt rector ir. Chr. J. Flikweert. „Eigenlijk is het laakbaar dat we dat niet eerst hebben kunnen doen. Als scholen nu een correctie aanbrengen, hebben de onjuiste gegevens wekenlang op internet gestaan.
Als het percentage van onze school klopt, is dat overigens verklaarbaar. Door de snelle groei hebben we in vijf jaar tijd tachtig docenten benoemd, onder wie veel zijinstromers. De groei is er nu een beetje uit.”
Elke onbevoegde docent is verplicht zijn bevoegdheid te halen. „Twee keer per jaar inventariseren we de voortgang van de studie.”
Flikweert noemt het onderzoek „een signaal naar onze achterban. We hebben dringend behoefte aan meer jonge mensen die voor een baan in het onderwijs kiezen.”
Twee aanverwante scholen scoren hoger dan het landelijk gemiddelde: op het Ichthus College in Veenendaal wordt 84,3 procent van de lesuren door bevoegde docenten ingevuld, op de Prins Mauritsscholengemeenschap in Middelharnis 75,1 procent.