Dat stelt het olieconcern dinsdag in het vakblad Binnenlands Bestuur. Als de ministers Jacqueline Cramer (Ruimte en Milieu) en Maria van der Hoeven (Economische Zaken) voor opslag buiten Barendrecht kiezen, schrapt Shell het project. „Injectie in een leeg gasveld onder de Noordzee schiet het doel van deze proef voorbij”, aldus een woordvoerder. „Het gaat juist om een pilotproject om ervaring op te doen met opslag ondergronds. Op zee lopen al een aantal ervaringsproeven”.Shell heeft ook financiële en praktische bezwaren tegen een mogelijke keuze voor de Noordzee. „De locatie ligt te ver weg, waardoor de transportkosten te hoog oplopen. Verder is het lege gasveld onder de zee niet in het bezit van Shell. Het veld onder Barendrecht is wel van ons en ligt vlak bij Pernis, waar het CO2 wordt geproduceerd”.

Het broeikasgas is afkomstig van industriële bedrijven in de Rotterdamse haven. Van de rijksoverheid krijgt Shell 30 miljoen euro voor de proef, waartegen Barendrecht zich fel verzet. Andere locaties zijn veiliger, stelde wethouder Simon Zuurbier vorige week. Die alternatieven zijn wel duurder.

TNO onderzocht twaalf mogelijke plekken voor de opslag. Uit het onderzoek van TNO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is gebleken dat opslag bij Barendrecht technisch kan en dat er geen bezwaren voor de veiligheid van omwonenden zijn. Het RIVM kan echter niets zeggen over de eventuele gezondheidsklachten.