Dossier Van Tonningen vijftig jaar onvindbaar
DEN HAAG (ANP) – De Nationale ombudsman heeft kritiek op het ministerie van Justitie, dat een rapport over de behandeling van politieke gevangenen na de bevrijding ruim vijftig jaar in de archieven heeft laten liggen. Een klacht van de zoon van de bekende NSB’er Meinoud Rost van Tonningen brengt de ombudsman tot deze kritiek.
De zoon vindt dat het ministerie zijn familie eerder had moeten informeren over de toedracht van zijn vaders dood. Ombudsman Alex Brenninkmeijer vindt die klacht terecht en heeft minister Ernst Hirsch Ballin (Justitie) maandag opgeroepen te erkennen dat er onvoldoende aandacht is geweest voor de belangen van de nabestaanden.Rost van Tonningen overleed in 1945, twee dagen nadat hij was overgebracht naar de Scheveningse gevangenis. Een rapport uit 1950 over de slechte behandeling van gevangenen in Scheveningen belandde in de archieven van Justitie en was vervolgens jarenlang onvindbaar.
De ombudsman heeft de zaak uitgezocht. Hij stelt dat het ministerie in 1970 wist dat het rapport bestond, maar dat niemand het stuk kon vinden omdat het in 1951 als ’geheim’ was bestempeld. Er is destijds niet geregistreerd waar het rapport was opgeborgen en hoe mensen inzage konden krijgen. Brenninkmeijer vindt dat het ministerie zich vanaf 2004 wel heeft ingespannen om relevante documenten te zoeken over Rost van Tonningen. Maar het is volgens hem niet juist dat „eerder geen openheid is gegeven".
Daardoor zijn de feiten over de dood van Rost van Tonningen te lang verborgen gebleven voor de nabestaanden. Datzelfde geldt voor informatie over de manier waarop de Nederlandse autoriteiten kort na de oorlog zijn omgaan met politieke gevangenen, aldus de ombudsman.
Het ministerie van Justitie kon maandag nog niet inhoudelijk op de zaak ingaan. Het departement gaat eerst het rapport van de ombudsman bestuderen, zei een woordvoerster.