„De Nederlandse kamermuziek is al langer bezig in het moeras te zakken”, aldus bestuurslid Erik Beijer. „Het hele klimaat is slecht. Er is weinig aandacht van recensenten, er is vrijwel geen aandacht van ambtelijk Den Haag. Bovendien is nooit in kaart gebracht wat we aan kamermuziek hebben. Het is een soort anonieme activiteit aan het worden. Kamermuziek moet weer een gezicht krijgen en moet van haar suffe imago af.”

De kamermusici zijn bang voor de gevolgen van de instelling van het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing, dat de subsidies moet gaan verdelen. Gevreesd wordt dat de nieuwe manier van subsidie aanvragen voor de kleine podia te ingewikkeld wordt. Kamermusici zijn grotendeels afhankelijk van de faciliteiten van de kleine podia.

Er zijn in Nederland naar schatting 900 kamermuziekensembles. Slechts een klein deel van de betrokken musici heeft kamermuziek als kernactiviteit.