Volgens de AOb bestaan er te grote verschillen in kwaliteit tussen de pabo-opleidingen. De kleinere scholen scoren beter dan de grote hbo-scholen. De pabo van de Hogeschool van Amsterdam komt als slechtste uit de bus.Het Onderwijsblad betrok het oordeel van de studenten, het studierendement, het aantal studie-uren per week en de getalsverhouding student-docent in de afweging. Daarbij werd Driestar Hogeschool als beste genoemd, gevolgd door de Katholieke Pabo Zwolle en Hogeschool de Kempel in Helmond. De pabo’s van de Christelijke Hogeschool Ede en de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle staan op de vierde en vijfde plaats.

Uiteindelijk bleek sprake van een rekenfout, waardoor de Katholieke Pabo Zwolle er donderdagavond een punt bij kreeg en nu de eerste plaats met de Driestar deelt. Ook de pabo in Leeuwarden krijgt een punt meer dan in de aanvankelijke telling.

Over Driestar Hogeschool schrijven de onderzoekers dat deze de eerste plaats vooral dankt aan het uitstekende studierendement: bijna 80 procent van de instromers haalt de eindstreep. „Dat mooie rendement is te danken aan de inzet van de studenten, die 33 uur per week aan hun studie besteden. Maar waarschijnlijk ook aan de goede organisatie van het onderwijs, waardoor de opleiding per achttien studenten één docent in kan zetten.”

Bij de vorige toetsing, in 2003, bleek dat er bij de helft van de pabo’s sprake was van „ernstige tekortkomingen”, met als ergste verwijt dat de scholen niet konden garanderen dat hun afgestudeerden het hbo-niveau haalden. Volgens de toetsende Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) zijn de pabo’s sindsdien meer gaan inzetten op vakkennis en klasssieke onderwijsmethoden. Dat heeft een positief effect gehad op de kwaliteitsbeoordelingen.

„De Driestar, maar ook de pabo’s van de Avans Hogeschool en Hogeschool Helicon, laten zien dat er hoop is voor de opleidingen die onderaan de ranglijst eindigen omdat er twijfels zijn over het eindniveau”, stelt het Onderwijsblad. „De drie pabo’s kregen in 2003 veel kritiek van de visitatiecommissie en hebben daarna het roer drastisch omgegooid. Dankzij die pijnlijke ingrepen zijn ze in zes jaar opgerukt naar de top.”

De Theo Thijssenacademie van de Hogeschool Utrecht zakte van een gedeelde eerste plaats in 2003 af naar de middenmoot.

Hoewel de meeste lerarenopleidingen een kwaliteitsslag hebben gemaakt, is de NVAO niet helemaal tevreden. Zeven opleidingen hebben nog geen keurmerk gekregen, omdat er twijfels zijn over het hbo-niveau. Het gaat om de opleidingen van de Hogeschool Windesheim, de Hogeschool van Amsterdam, Iselinge, de Marnix Academie, de Ipabo, de Hogeschool Leiden en de Hogeschool Zuyd. Deze scholen hebben de afgelopen jaren wel verbeteringen doorgevoerd, maar het resultaat daarvan kan nog niet gemeten worden. De zeven scholen krijgen opnieuw een onderzoekspanel op bezoek, dat in ieder geval alle afstudeerwerkstukken van 2009 gaat bekijken.