Cordaid krijgt nu 110 miljoen euro per jaar, maar kan voor volgend jaar nog maar 106 miljoen euro subsidie aanvragen. Bovendien moet dat samen met een andere organisatie. Cordaid houdt daardoor naar schatting nog zo’n 95 miljoen euro over, zei Grotenhuis. Door een aantal landen los te laten, hoopt de organisatie in de overgebleven landen meer impact te kunnen maken.Het besluit is onderdeel van het meerjarenplan 2011–2015 dat Cordaid woensdag publiceerde. De organisatie wil verder lokale organisaties in ontwikkelingslanden helpen om meer financieel onafhankelijk te worden. Bijvoorbeeld met hulp bij aanvragen bij de Europese Unie of de Wereldbank. Maar ook met fondsenwerving in het eigen land of rechtstreeks contact met de westerse donoren. Nu zitten organisaties als Cordaid daar vaak tussen.

Tot slot wil Cordaid zich meer richten op kennis, netwerken en lobbyen. Volgens Grotenhuis is de tijd van traditionele ontwikkelingshulp voorbij. „We worden meer makelaars in plaats van directe hulpverleners. We vormen allianties, zoeken samenwerkingspartners uit diverse hoek".

De landen waar Cordaid haar financiële relatie gaat afbouwen zijn: Angola, Brazilië, Dominicaanse Republiek, Papoea–Nieuw–Guinea, Peru, Rwanda, Suriname, Tsjaad en Zuid–Afrika.