Donner dringt aan op gebruik Stop-reactie
De politie maakt te weinig gebruik van de mogelijkheid jeugdige overtreders een zogeheten Stop-reactie aan te bieden.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Donner van Justitie dat hij de politie zal aansporen deze pedagogische maatregel vaker toe te passen. De brief begeleidt een vrijdag aan het parlement aangeboden onderzoeksrapport over het gebruik van de maatregel.
De Stop-reactie is bedoeld voor wetsovertreders jonger dan 12 jaar. Voor het opleggen van de maatregel is toestemming van de ouders nodig. De maatregel behelst onder meer een kort programma, van circa acht uur, waarin de jeugdige overtreder een excuusbrief opstelt of een leeractiviteit volgt. Het Stop-beleid van justitie is erop gericht risicojongeren en hun ouders zo vroeg mogelijk te bereiken en eventueel aanwezige risico’s zo vroeg mogelijk te signaleren. Effecten van ingrijpen kunnen dan zo groot mogelijk zijn.
Uit het onderzoek blijkt dat tweederde van de Stop-doelgroep geen aanbod krijgt, niet ingaat op het aanbod van de politie of later alsnog afhaakt. Het feit dat de politie de maatregel te weinig aanbiedt, is de voornaamste oorzaak van het ondermaatse gebruik van de Stop-reactie. Dat moet veranderen, vindt minister Donner, onder meer door meer te investeren in deskundigheid en bekendheid bij de politie.
De uitvoering van de Stop-reactie berust bij de Halt-bureaus. In reactie op het rapport liet de overkoepelende organisatie Halt Nederland vrijdag weten dat zij vindt dat ouders recht hebben op de maatregel als hun kind daarvoor in aanmerking komt. In elke „Stop-waardige zaak” moet de politie de maatregel aanbieden, vindt Halt. Een Stop-reactie kan ook leiden tot voor kind en ouders belangrijke doorverwijzingen, naar bijvoorbeeld jeugdzorg.