De grootste van de kleintjes
Bommen op Afghanistan, Patriots naar Turkije, wie weet wat straks naar Irak. De Koninklijke Luchtmacht staat snel klaar met militair materieel. „Zijn we de grootste van de kleine landen of de kleinste van de grote?”
Op de door hemzelf gestelde vraag geeft generaal-majoor Thomas Bakker ook meteen het antwoord. „Laat ons maar de grootste van de kleintjes zijn. Met die rol zijn we tevreden.”
Bakker (56) kan het zeggen, mag het ook zeggen. Na een jarenlange carrière bij de Koninklijke Luchtmacht neemt hij eind deze maand afscheid van de dienst. Zijn laatste functie is bij de NAVO. Als Assistant Chief of Staff coördineert hij vanaf de zwaarbewaakte vliegbasis Ramstein, in het zuidwesten van Duitsland, de militaire luchtvaart voor het noordelijke deel van Europa.
Ramstein Air Base is de grootste Amerikaanse luchtmachtbasis in Europa. Het herbergt onder andere het hoofdkwartier van de Amerikaanse luchtstrijdkrachten in Europa, kortweg Usafe. Dat geeft leiding aan 35.000 militairen en beschikt over honderden vliegtuigen. In tijden van crisis, zoals nu rond Irak, loopt dat sterk op. Ramstein is een soort scharnierpunt tussen het Midden-Oosten en de Verenigde Staten.
In het pand waar Bakker zit, begint een blikken stem door luidsprekers te roepen dat de mobiele telefoon uit moet. „Daar zijn ze hier erg bang voor. Dat ze op afstand afgeluisterd worden.” Aan de muur van het sobere kantoortje foto’s van vliegtuigen. En een schildje voor Tom ”Bomb” Bakker, uitgereikt in november 1989 ter gelegenheid van 1000 uur vliegen op de F-16, het huidige jachtvliegtuig van de luchtmacht.
Bakker vervulde zijn dienstplicht bij de marine, maar kwam in 1969 toch bij de luchtmacht terecht. Hij was testpiloot op verschillende vliegtuigtypen. „Prachtige tijd. We hadden ministeriële toestemming om op 250 voet (80 meter) over Nederland te vliegen.”
Later was hij commandant van een squadron op Volkel en baas van de vliegbasis Twenthe. In 1997 werd Bakker generaal. In januari 2000 begon hij aan zijn huidige functie bij de NAVO.
Over de crisis die op dit moment binnen de NAVO woedt, wil Bakker liever niet spreken. Sommigen zien in de halsstarrige houding van Duitsland en Frankrijk de basis voor een Europese defensiemacht, los van Amerika. „De grootste fout die je kunt maken is om Europa met de Verenigde Staten te vergelijken. Dat gaat niet op. In Amerika hebben de staten nauwelijks historie, geen cultuur. De afzonderlijke landen van Europa hebben dat wel.”
De Koninklijke Luchtmacht kan wat Bakker betreft tevreden zijn. „Lang hebben we ons gespiegeld aan Israël. Wat mij betreft hoeft dat niet meer. Anderen spiegelen zich nu aan ons.”
Qua technologie loopt de luchtmacht voorop. De F-16’s hebben een zogenaamde Midlife Update gehad, waardoor ze zeker tot 2010 meekunnen, de vliegers zijn voorzien van nachtzichtapparatuur en de beste wapens. „We hebben het streven om goed te zijn”, aldus Bakker. „Maar we gaan niet tot aan de randen van de capaciteit.”
Of de luchtmacht in de toekomst ook toe kan met zestien F-16’s minder, zoals het demissionaire kabinet wil, daarover heeft Bakker in Ramstein geen mening.
Blaast de luchtmacht in Afghanistan een behoorlijk partijtje mee -deze week vielen er opnieuw bommen- in de vorige crisis waren de Fighting Falcons ook van de partij. Tijdens de eerste nacht van de Kosovo-crisis, in maart 1999, schoot een F-16 van de basis Leeuwarden een Servische Mig 29 uit de lucht.
„Dat was een mooie dag”, herinnert Bakker zich. Hij zat in die tijd op het commandocentrum van de NAVO in het Italiaanse Vicenza. Dat draaide 24 uur per dag door. „Het feit dat Nederland in die operatie vooropvloog, is puur te danken aan het bij elkaar komen van allerlei mooie technische en operationele zaken tegelijkertijd.”
Vanuit Villafranca opereerde de luchtmacht met twintig F-16’s. Samen met de Belgen kwam het detachement zelfs aan 32 toestellen. Diverse doelen in Kosovo en Servië werden bestookt. Met fragmentatiebommen werden vliegtuigen en helikopters op de grond vernietigd.
Een compleet andere wereld voor de luchtmacht, erkent Bakker. „In 1973 kwam ik op de vliegbasis Volkel en zes jaar later had ik nog altijd hetzelfde doel: de Russen. Nu krijgt de luchtmacht te maken met alle soorten van conflicten. Dat pakken we ook verschillend aan.”
Bakker merkte tijdens de Kosovo-crisis dat de procedures van de Amerikanen en de rest van de NAVO uiteenliepen. „Het was voor de Amerikanen een openbaring dat er buiten de VS om nog meer luchtmachten zijn. Dat ging ten koste van de doelmatigheid. In de loop der jaren is daar wel verbetering in gekomen. Nu kunnen we als het moet binnen een aantal dagen leidinggeven aan een luchtoperatie.”
Bakker heeft geleerd dat ieder conflict anders is. „Tijdens de Kosovo-oorlog hebben we als Nederlandse luchtmacht geen verliezen geleden en van het enkele NAVO-toestel dat is neergeschoten, werd de bemanning snel gered. Ik denk dat er bij toekomstige conflicten meer op grote hoogte wordt geopereerd en vooral ’s nachts. De luchtmacht heeft er hoe dan ook voor gekozen breed inzetbaar te zijn.”