Dat schreef The New York Times zondag. Tijdens de bezetting hielp ze meer dan honderd Joden in Amsterdam onder te duiken. Voor haar verzetswerk heeft Strobos al vele onderscheidingen gehad. De inmiddels 89-jarige Strobos verhuisde na de oorlog naar Amerika.Tijdens de Duitse bezetting studeerde Tina Strobos medicijnen. Samen met haar moeder hielp ze Joden onder te duiken. Hun huis was door een timmerman van het verzet daarvoor ingericht. De zolder had een geheime kamer waarin twee of drie mensen zich tijdens huiszoeking konden verstoppen.

Alarmbel

Met een alarmbel konden zij en haar moeder, Marie Schotte, de onderduikers waarschuwen. Ze liet de vluchtelingen oefenden om zo snel mogelijk via het raam het dak op te gaan. Over het dak konden ze naar een aangrenzende school, die bij een razzia niet snel zou worden binnengevallen.

Daarnaast bracht Strobos op de fiets nieuwsberichten en voedselbonnen naar Joden die op boerderijen buiten de hoofdstad verbleven. Ook vervoerde ze radio’s en verstopte ze wapens die het verzet had gestolen. Negen keer werd ze door de Gestapo opgepakt en ondervraagd, waarbij ze een keer zo hard tegen een muur werd gegooid dat ze bewusteloos raakte.

Omdat de nazi’s steeds vaker invallen deden, was het beter Joden zo kort mogelijk op één adres schuil te houden. Het pand op de Nieuwezijds Voorburgwal 282 werd daardoor een doorvoerstation. De Joden bleven kort, totdat het verzet een schuilplaats had gevonden waar ze langer konden blijven.

Koosjer

„We verstopten er nooit meer dan vier of vijf tegelijk”, zegt Strobos in The New York Times. „Er was niet genoeg te eten.” Onder de mensen die ze hielp onderduiken waren een orthodox stel met vijf kinderen. Ze brachten zelf hun koosjere voedsel mee. Een van degenen in andere schuilplaatsen die ze hielp, was de impressionist Martin Monnickendam. Hij schilderde een portret van haar.