Zelf meldde de bank destijds dat er „onvoldoende match” bestond tussen de bestuursleden, maar volgens De Telegraaf en de NOS stelde De Grave te lastige vragen over de boekhouding van bank.Beide media baseren zich op eigen reconstructies.De Grave was vandaag niet bereikbaar voor commentaar. De voormalige minister van Defensie in het kabinet-Kok II vertrok in mei al na twee maanden bij DSB Bank, waar hij was aangesteld als financiële topman.

De oud-minister zou zich volgens De Telegraaf „een ongeluk zijn geschrokken” toen hij bij zijn aantreden als financiële topman de boekhouding van de bank bekeek. Toen hij volledige inzage in diverse geldstromen wilde, was Scheringa daarvan niet gediend en ontsloeg hij De Grave.

Die zou daarop De Nederlandsche Bank (DNB) hebben ingelicht en daarmee een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontmanteling van de bank.

Het Financieele Dagblad meldde vanmorgen dat DNB al op zondag 4 oktober, ruim een week voor de ondergang van DSB, enorme druk heeft uitgeoefend op Scheringa. Hij moest opstappen als bestuursvoorzitter en zijn bank helemaal verkopen.

Scheringa zou daar na een lange dag onderhandelen mee akkoord gegaan, aldus bronnen rond die gesprekken.

Toen is ook besloten dat Joost Kuiper, oud-bankier van ABN Amro, Scheringa als topman zou opvolgen. Dat had afgelopen maandag moeten gebeuren.

Het plan is niet uitgevoerd, mede door de oproep van Pieter Lakeman van Stichting Hypotheekleed aan spaarders om hun geld bij DSB weg te halen. Zondagnacht besloot DNB tot een aanvraag om de kleine bank uit Wognum onder curatele te laten stellen.

Kuiper werd uiteindelijk een van de bewindvoerders.