Het vmbo wordt daarom maandag in het zonnetje gezet tijdens een feestdag in Hilversum, waar staatssecretaris van Onderwijs Van Bijsterveldt het vmbo-jubileumjaar officieel inluidt. Ook hijsen vmbo-scholen in het hele land op maandagochtend om 9.00 uur de vlag.Het vmbo, voluit het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, is een samensmelting van het mavo, het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) en het lager beroepsonderwijs (lbo) tien jaar geleden. Met vier leerwegen die uiteenlopen van sterk beroepsgericht zou een brede groep leerlingen het op het vmbo goed moeten doen. Ook zou met het vmbo de aansluiting op het mbo en het havo verbeteren.

Met een laag percentage uitval (minder dan 5 procent) is het tienjarig bestaan van de onderwijsvorm een feestje waard, aldus het ministerie van Onderwijs. Volgens Van Bijsterveldt is het vmbo een dynamische onderwijssector waar elke leerling telt. „Op 10 jaar vmbo mogen we met recht trots zijn. Laat tijdens deze feestelijke dag heel Nederland kennis maken met het succes van het vmbo", aldus de staatssecretaris.

Toch zijn er in het bestaan van het vmbo ook kritische geluiden te horen geweest. Een paar jaar na de invoering van de onderwijsvorm liet de Onderwijsinspectie weten dat de ongelukkigste leerlingen op het vmbo terug te vinden zijn. „Daar hebben de leerlingen doorgaans de meeste problemen", aldus het Onderwijsverslag uit 2002.

Via een enquête van de SP lieten vmbo–leraren in 2003 weten de onderwijsvorm te theoretisch te vinden voor de leerlingen. Ook zou het niveau voor veel leerlingen te hoog liggen en zouden de klassen te groot zijn.

Eerder dit jaar bleek dat steeds meer scholen de oude naam mavo weer gaan voeren, in plaats van de naam vmbo–t (theoretische leerweg). De scholen zouden dit doen omdat ze last hebben van de negatieve associatie die hangt aan de naam vmbo–t.