„Opheusden krijgt probleem aangepraat”
Refo’s en Molukkers, kerkelijke en niet-kerkelijke jongeren leven in Opheusden en Kesteren volstrekt gescheiden naast elkaar. „Wij krijgen een probleem aangepraat.”
De gemeenteraad van Neder-Betuwe (22.580 inwoners) buigt zich 15 oktober over dik honderd pagina’s jongerenbeleid, opgetekend in vier lijvige rapporten. Het college stelt voor „een dynamisch en cyclisch” jeugdbeleid op poten te zetten.Kinderen en jongeren in Neder-Betuwe moeten prettig en onbekommerd kunnen opgroeien, vindt de gemeente. En daar zit een probleem. Want verschillende jongerengroepen leven volstrekt langs elkaar heen.
Het probleem zou zich vooral in Opheusden en Kesteren voordoen. „Jongerengroepen staan in kampen tegenover elkaar”, constateert jeugdwerker Pepijn Ouwerkerk van Mozaïek Welzijnsdiensten. „Dat lijkt me geen gezonde situatie.”
De onderzoeksresultaten zijn voor Opheusden gebaseerd op gesprekken met 39 jongeren, voor Kesteren op 50. Tegenstellingen tussen de groepen jongeren komen „regelmatig” voor in de vorm van spuugacties en scheldkanonnades.
Het gebrek aan contacten leidt tot vooroordelen over en weer. Intolerantie, zegt de kadernota. „Ik schrik van reacties. Niet-kerkelijke jongeren hebben een negatief beeld van kerkelijke. Daar moeten we beducht voor zijn”, aldus Ouwerkerk.
Neder-Betuwe kent geen rivaliserende groepen, nuanceert de jeugdwerker. „De situatie dreigt nog niet te escaleren. Je moet een situatie als in Gouda echter vóór zijn. Als twee groepen in een kleine kern jarenlang volstrekt langs elkaar heen leven, vind ik dat zorgelijk.”
De jeugdwerker zou het liefst activiteiten op touw zetten die kerkelijke en niet-kerkelijke jongeren in contact brengen. „Daarin ben ik echter afhankelijk van medewerking van kerkelijke zijde. Ik snap dat een houseparty niet aansluit bij de belevingswereld van kerkelijke jongeren. We doen echter meer. We staan open voor ideeën.”
SGP-fractievoorzitter C. van Tuijl herkent het probleem niet. „Er ís geen probleem. In Neder-Betuwe kunnen we goed samenleven. Er zijn allerlei contacten tussen verschillende groepen. Iedereen komt bijvoorbeeld op de jaarmarkt.”
De PvdA máákt een probleem, zegt Van Tuijl. „Sommige politici bespreken zulke items graag voor de verkiezingen. Ik zeg niet dat mensen elkaar hier het leven nooit zuur maken –ik word zondags ook wel eens bijna van de dijk gereden–, maar we moeten vooral niet overdrijven.”
Van Tuijl is niet tegen pogingen vooroordelen uit de weg te ruimen. „Als ik er qua identiteit achter kan staan, sluit ik een gezamenlijk initiatief niet uit.”
Jeugdwerker Ouwerkerk verklaarde vorige week niet te snappen waarom ouders hun kinderen niet stimuleren zijn activiteiten te bezoeken. Reden voor pastoraal medewerker D. C. Brinkman van hervormd Ochten contact met hem op tenemen. „In een opwelling. Tegelijkertijd geloof ik niet in toeval. Mijn intentie is niet meer dan hem wat wegwijs te maken”, legt Brinkman bescheiden uit. „Ik snap het namelijk wél. Het Evangelie geeft aan dat kerkelijke jongeren wel in de wereld zijn, maar niet van de wereld.”
Brinkman wil graag begrip kweken. „Als er op zaterdagavond een après-ski wordt georganiseerd tot halftwee ’s nachts, snap ik waarom jongeren daar niet komen. Halftwee is gewoon zondagmorgen.”
Ook de pastoraal medewerker heeft de indruk dat het intolerantieprobleem in Neder-Betuwe nogal meevalt. „Laten we het alsjeblieft niet overdrijven. Vooroordelen zijn van alle tijden. Daarmee is het niet goedgepraat. De Bijbel zegt dat we onze naaste moeten liefhebben, zelfs onze vijanden. Daar past intolerantie niet bij.”