Duistere nazipraktijken in de Harz
In een onnavolgbaar tempo levert hij het ene na het andere boek af. Bert Wiersema (50) is een gevierd kinderboekenschrijver. Spanning en avontuur ontbreken in geen enkele uitgave. Dat geldt ook voor de subtiele verwijzingen naar de christelijke achtergrond van de auteur. Wiersema: „Ik wil niet-christenen laten nadenken over wat christenen beweegt.”
Het is woensdagmorgen als Bert Wiersema basisschool De Hoeksteen in Voorthuizen bezoekt. Met veel gebaren vertelt de Drachtenaar gedreven over zijn schrijverschap. De jeugd van groep 7 en 8 hangt aan zijn lippen.Dat is Wiersema ten voeten uit. Hij heeft wat met kinderen, schrijft vrijwel uitsluitend voor die leeftijdscategorie. „Dat komt omdat ik meester ben geweest op een basisschool. Je groeit dan voor je gevoel met je leerlingen mee. Dat komt het schrijven alleen maar ten goede. Die ervaring had ik heel sterk bij mijn drie kinderen, die ik ook lesgegeven heb.”
Ook het schrijven voor de oudere jeugd gaat de Fries goed af. Niet alleen is Wiersema sinds enkele jaren leraar in het voortgezet onderwijs, ook ontmoet hij jongeren op de catechisatie, waar hij twee groepen onder zijn hoede heeft.
Notitieboekje
Wiersema’s nieuwste productie, ”De Barbarossabunker”, leidt de lezer terug naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het is voorjaar 1945 als de Russen Berlijn innemen. In een poging aan het Rode Leger te ontsnappen, vlucht de rechterhand van Hitler, Martin Bormann, uit de stad die in puin ligt. Een Russische kogel treft de Duitser in het hart. Zijn kompaan, Klaus Kroese, ziet in Bormanns borstzakje een notitieboekje. Kroese neemt het bundeltje mee tijdens zijn vlucht naar Paraquai.
In het notitieboekje staan Germaanse runentekens, die verwijzen naar een nazigeheim in de bossen van de Harz, een heuvellandschap iets ten oosten van Hannover. Daar ligt, diep onder de grond, de Barbarossabunker. In deze onderaardse ruimte wordt de toekomst van het naziregime gewaarborgd.
In de Barbarossabunker vinden DNA-experimenten plaats met Joodse vrouwen. Zij zijn voor de Duitsers proefpersonen om een perfecte mens te kweken. Uit een van die experimenten wordt vlak na de oorlog Manuel, de latere huisknecht van Klaus Kroeses zoon Gerhard, geboren. Als Manuel zo’n veertig jaar later het notitieboekje van Gerhard ontfutselt, neemt hij zo spoedig mogelijk het vliegtuig richting Frankfurt. Dat vormt de aanleiding voor een bloedstollend avontuur in de mijngangen van de Harz.
Wat heeft u met de Tweede Wereldoorlog?
„Tja, al mijn series beginnen met een oorlogsverhaal. Maar dat is toch min of meer toeval. Dat geldt ook voor ”De Barbarossabunker”. Ik was op vakantie in de Harz en wilde daar een boek schrijven over Rome, maar nadat ik allerlei verhalen hoorde over het oorlogsverleden, begon het weer te kriebelen. Rome moest nog even wachten.”
In hoeverre is dit boek een weergave van de werkelijkheid?
„In de Harz liggen ongelooflijk veel mijngangen. De Barbarossabunker als zodanig bestaat echter niet. Het hotel en het dorp Wildemann bestaan wel. Alle geografische gegevens kloppen, maar met historische feiten speel ik af en toe. Zo schrijf ik dat in de Barbarossabunker DNA van hoge nazi’s opgeslagen ligt, maar het is vrij onwaarschijnlijk dat de Duitsers in de oorlogsjaren op de hoogte waren van de mogelijkheden van DNA. Door te spelen met historische feiten kun je een verhaal dichter bij de lezer brengen. Schrijfster Renate Dorrestein beweert dat verhalen hun schrijvers uitzoeken om verteld te worden. Dat geloof ik niet, maar het lijkt soms wel zo te gaan.”
Hoe kwam u aan de achtergrondinformatie voor ”De Barbarossabunker”?
„Tijdens de vakantie in de Harz zijn we als gezin een dag naar Goslar geweest. In een kasteel hing een schilderij met daarop een afbeelding van de keizer Barbarossa, omringd door raven. Die raven staan afgebeeld in een O-vorm. Deze houding symboliseert het Germaanse runenteken Othala, wat voor ”erfenis” of ”doorgeven” staat. Een mooie link naar de DNA-praktijken in de Barbarossabunker, waar bloed doorgegeven wordt aan volgende generaties nazi’s.”
Geeft u jongeren een evenwichtig beeld van de Tweede Wereldoorlog door oorlogsverhalen als een avontuur neer te zetten?
„Vroeger heb ik veel boeken van Piet Prins gelezen. Toen dacht ik: Tjonge, in de oorlog was er nog eens wat te beleven. Ik meen dat je de ernst van een oorlog pas rechtdoet als je er op zo’n manier over schrijft dat jongeren denken: Blij dat ik dat gemist heb.”
De Barbarossabunker is het eerste deel van de serie Simons Spectrum. Wat is uw bedoeling met deze serie?
„Ik wil een serie schrijven waarbij de lezer het gevoel heeft dat hij de verhalen echt kan hebben meegemaakt. Daarom komt er in deze serie minder geweld voor dan in andere. Van mijn nieuwe uitgever heb ik geleerd dat je geen typische boeven en een hoop geweld nodig hebt om een boek te schrijven dat toch van de eerste tot de laatste bladzijde spannend is.
Inmiddels ben ik met deel twee begonnen. Dat gaat over Belgische monniken uit de dertiende eeuw, de Tempeliers, die een schat verbergen in de buurt van het Vlaamse Brugge. Ik wil in dat boek minder weetjes stoppen dan in ”De Barbarossabunker”, in ieder geval niet zoveel dat een deel van de jongere lezers afhaakt.
De serie staat in het teken van de familie Simons. Door het werk van vader, die freelance fotograaf is, raakt het gezin steeds betrokken bij allerlei avonturen.”
Critici zeggen dat uw boeken altijd goed aflopen. Is dat een manco?
„Bij het schrijven van een serie ben je als schrijver soms gedwongen om te kiezen voor een goede afloop. Het verhaal moet immers een vervolg krijgen. Ooit schreef een meisje mij eens dat ze door mijn boeken was gaan geloven dat als je bidt tot God, uiteindelijk altijd alles wel goed zal komen. Daar ben ik van geschrokken. Zo gemakkelijk gaat het nu eenmaal niet in het leven.”
U bent een christelijke schrijver. Hoe laat u dat merken?
„Ik ben daar bewust terughoudend in. Het hoeft niet van de bladzijden af te druipen. Ik ga geen psalmen uitschrijven of een gebed op papier zetten. Toch hoef je je persoonlijke achtergrond niet te verloochenen. Ik wil niet-christenen laten nadenken over wat christenen beweegt. Het geloof in God heeft veel te bieden. Dat mag je dan ook, als de situatie daar ruimte voor biedt, in de etalage zetten.”
Mede n.a.v. ”De Barbarossabunker”, door Bert Wiersema; uitg. Columbus, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 8543 123 7; 192 blz.; € 9,95.