Binnenland

Rechter verbiedt staking openbaar vervoer

De staking woensdagochtend in het openbaar vervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag mag niet doorgaan. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam dinsdagmiddag bepaald.

Van onze verslaggever
6 October 2009 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 08:50
De vakbondsbestuurders Frans Szablewski (R) van FNV Bondgenoten en Eric Vermeulen (2e R) van ABVA-KABO overleggen dinsdag met hun advocaten Ayse Simsek (L) en Rudy van der Stege (2e L) voor aanvang van het kort geding in de rechtbank in Amsterdam.
De vakbondsbestuurders Frans Szablewski (R) van FNV Bondgenoten en Eric Vermeulen (2e R) van ABVA-KABO overleggen dinsdag met hun advocaten Ayse Simsek (L) en Rudy van der Stege (2e L) voor aanvang van het kort geding in de rechtbank in Amsterdam.

De vervoersbedrijven in de drie steden hadden een kort geding aangespannen tegen de vakbonden Abvakabo FNV en FNV Bondgenoten. Die wilden het openbaar vervoer tijdens de ochtendspits platleggen als protest tegen de verhoging van de AOW–leeftijd.Volgens de rechtbank mogen werknemers alleen staken als er sprake is van een geschil en collectieve onderhandelingen met de werkgevers. Omdat de twee partijen momenteel niet over de AOW–leeftijd gaan, mag de staking dan ook niet doorgaan.

De rechter stelde dat de bonden wel een dergelijke actie hadden mogen organiseren voor 1 oktober. Toen overlegden werkgevers en de vakbeweging namelijk nog over de toekomst van de AOW in de Sociaal–Economische Raad (SER). Omdat dat overleg op niets uitliep, moet het kabinet nu een besluit nemen.

De rechtbank stelde verder dat de staking de openbaarvervoerbedrijven „onmiskenbare schade” zou opleveren. Zij legde de vakbonden geen dwangsom op als ze toch doorgaan met de actie. Die hadden tijdens de rechtszaak namelijk beloofd dat ze zich bij het besluit van de rechter zouden neerleggen.

De drie gemeentelijke vervoersbedrijven van de steden, HTM, GVB en RET, lieten zich woensdag tijdens het kort geding allen door afzonderlijke advocaten vertegenwoordigen. De advocaten betoogden dat de voorgenomen staking een zuiver politiek karakter heeft en daarom volgens de stakingsregels uit het Europees Sociaal Handvest niet is toegestaan.

Ook vonden de vervoersbedrijven de actie disproportioneel: de schade door gederfde inkomsten en imagoverlies lopen voor de vervoersbedrijven in de tonnen. Daarom betitelden zij de staking als „ongeoorloofd en onrechtmatig.”

De Amsterdamse en Rotterdamse vervoersbedrijven, GVB en RET, eisten bovendien niet alleen een verbod op de staking van woensdag, maar ook op alle toekomstige stakingen in het openbaar vervoer vanwege de aanpassing van de AOW-leeftijd.

De advocaat van vakbond FNV, de vakorganisatie die de staking mede wilde organiseren, wees erop dat een verhoging van de AOW-leeftijd een „acute bedreiging van de werknemersbelangen” vormt. Volgen hem geven eerdere arresten juist ruimte aan een ruime toepassing van de Europese stakingsregels.

Ook de raadsvrouw van Abvakabo zag geen enkele reden om de staking te verbieden. „Het is de laatste mogelijkheid voor de vakbonden om het kabinet op andere gedachten te brengen.”

Kees Braam, woordvoerder van Rover, reageerde opgelucht op de uitspraak van de rechter. „Het openbaar vervoer heeft niets met de pensioenleeftijd te maken. Je kunt net zo goed een fabriek stilleggen. Daarmee dupeer je de reizigers tenminste niet. Maar ik ben bang dat dat juist precies de bedoeling is. Een staking in het openbaar vervoer heeft nu eenmaal veel meer effect.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer