Volgens Hu is de afgelopen zestig jaar „het bewijs dat alleen het socialisme China kan redden. Het socialistische China staat vandaag stevig en met de rug recht in het Oosten met het gezicht naar de toekomst", aldus Hu, die tijdens zijn toespraak een pak droeg in de stijl van de voormalige leider Mao Zedong, die in 1949 de Volksrepubliek uitriep. Zijn ministers droegen allen westerse maatpakken met vrolijke stropdassen.De president stelde ook dat het leger zich niet alleen meer op China moet richten, maar ook op het bewaren van de vrede in de rest van de wereld. De Volksrepubliek bemoeide zich de laatste jaren weinig met conflicten in de wereld, totdat het recent een marineschip naar de Afrikaanse kust stuurde om piraterij tegen te gaan. De woorden van de president kunnen een indicatie zijn dat dit vaker zal gaan gebeuren.

Toch was het merendeel van de speech gericht op wat China binnenlandse politiek noemt. Hu zei dat China „blijft streven naar eenwording van het moederland, de gezamenlijke ambitie van het Chinese volk.” Hij doelt daarmee op Macao en Hongkong, gebieden die relatief zelfstandig zijn, maar volgens Peking gewoon bij China horen.

Hu sprak verzoenende woorden in de richting van Taiwan. Hij beloofde vooruitgang in de ontwikkeling van relaties tussen China en Taiwan. De laatste tijd gaat het langzaam beter tussen de twee landen, wat Peking de hoop geeft dat Taiwan zich ooit weer zal aansluiten bij het vasteland.