Provincies gaan zelf bezuinigen
UTRECHT (ANP) – Provincies gaan zelf uitzoeken waarop ze kunnen bezuinigen. Een commissie van het Interprovinciaal Overleg (IPO) die de mogelijkheden voor efficiënter bestuur en kostenbesparingen in kaart zal brengen, komt in januari met een plan.
Dat heeft IPO–voorzitter Jan Franssen woensdag aangekondigd. Met de instelling van de commissie reageert de koepelorganisatie van provincies op de werkgroepen die het kabinet aan het werk heeft gezet om ’heroverwegingen’ te maken die tot de noodzakelijke 35 miljard euro aan bezuinigingen moet leiden. Een van die werkgroepen neemt het openbaar bestuur (Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen) onder de loep.Uitgangspunt voor de IPO–commissie, die ruim voor de ambtelijke werkgroep met voorstellen komt, is een rapport van een soortgelijke commissie uit 2002 dat volgens Franssen ten onrechte in een la is beland. Die commissie, onder leiding van wijlen Ad Geelhoed, pleitte ervoor provincies samen te voegen, te beginnen met de Randstadprovincies. Ook vond Geelhoed dat er een herkenbaar regionaal bestuur moet komen dat in de plaats komt van „de bestaande ondoorzichtige en machteloze drukte op het bestuurlijke middenveld".
Ook Franssen vindt dat er in de regio een duidelijk bestuurlijk aanspreekpunt moet zijn voor maatschappelijke problemen. Hij moet niets hebben van de „veel flexibeler functionele bestuursvormen" waarvan minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) voorstander is, omdat die tot „nog meer verrommeling en onduidelijkheid" leiden.
Franssen is ook niet gecharmeerd van het toekomstbeeld dat Ter Horst eerder dit jaar schetste van de bestuurlijke organisatie van Nederland. Volgens hem ziet de PvdA–bewindsvrouw drie lagen: Europa, het Rijk en gemeenten, aangevuld met bijvoorbeeld veiligheidsregio’s. „Een minister uit een kabinet dat in het regeerakkoord afsprak niet aan de bestuurlijke organisatie te morrelen, komt als een duveltje uit een doosje met deze verrassende, maar ook heel ingrijpende gedachte", zei Franssen, die sprak van een losse flodder.