Tijdens een overleg tussen de raad en gerechtspresidenten uit het land is geconstateerd dat de „fysieke beveiliging” van gerechtsgebouwen lijdt aan „achterstallig onderhoud.”

Aanleiding voor het overleg, dat woensdag in Utrecht plaatshad, zijn de ernstige incidenten op 29 januari in de gerechtsgebouwen van Arnhem en Assen.

In Arnhem wist een gedetineerde een vuurwapen de rechtszaal binnen te smokkelen, om vervolgens een officier van justitie geruime tijd in gijzeling te houden. De officier liep tijdens dit incident een schotwond op, de gijzelnemer werd tijdens een bestorming door een arrestatieteam van de politie doodgeschoten.

In Assen sneed een van ontucht verdachte man met een eveneens binnengesmokkeld mes zijn keel door, direct nadat hij zijn veroordelende vonnis in de rechtszaal had aangehoord. Hij overleefde de zelfverminking.

Geweld in de rechtszaal komt vaker voor, gewapende incidenten zijn echter een novum. Een aantal gerechtsgebouwen verscherpte direct na de incidenten de veiligheidsmaatregelen. De Raad voor de Rechtspraak wil de beveiligingsvoorzieningen bij alle gerechtsgebouwen in het land inventariseren en op basis daarvan tot nieuwe maatregelen komen.

De raad sluit niet uit dat de achteringangen van gerechtsgebouwen, bedoeld voor de aanvoer van gedetineerden, in de toekomst worden voorzien van detectiepoorten. De raad benadrukt daarbij wel dat de minister van Justitie, verantwoordelijk voor het gevangeniswezen, moet zorgen voor een „’schone’, wapenvrije aflevering van de gedetineerde.”

De rechtbanken en gerechtshoven zullen op lokaal niveau in overleg treden met andere partijen die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in en om de paleizen van justitie, zoals het ministerie van Justitie, het openbaar ministerie en de politie. Bestaande procedures zullen opnieuw worden bekeken en zonodig worden bijgesteld, aldus de raad.