Spinozapremie uitgereikt aan vier toponderzoekers
Vier Nederlandse topwetenschappers hebben donderdag in Den Haag de NWO-Spinozapremie 2002 ontvangen. Medicus F. Rosendaal, biologe E. Goulmy, wiskundige H. Barendregt en natuurkundige A. Lagendijk kregen uit handen van minister Van der Hoeven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) elk een bedrag van ieder 1,5 miljoen.
De premie stelt de wetenschappers in staat verder onderzoek te doen. De Spinozapremie is de hoogste wetenschappelijke onderscheiding die Nederland kent. Onderzoeksorganisatie NWO stelt dat de vier niet alleen zelf uitmuntend en baanbrekend onderzoek verrichten, maar met hun kennis en vaardigheden ook de jongere generatie onderzoekers stimuleren.
Rosendaal, die net als Goulmy hoogleraar is aan de Universiteit Leiden, onderzocht erfelijke vormen van trombose. Hij ontdekte een afwijkend gen dat zorgt voor de aanmaak van bepaalde stollingen in het bloed. Mensen met dat gen hebben een grote kans trombose op te lopen.
Goulmy deed onderzoek naar beenmergtransplantaties. Zij ontdekte dat sommige antistoffen („antigenen”) en belangrijke rol spelen bij de „acceptatie” van vreemde lichaamsdelen. Eerder werden die antigenen niet van enig belang geacht.
Barendregt, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, verrichtte onderzoek op het gebied van de zogheten lambdacalculus. Dat is een taal waarin wiskundigen algoritmes opschrijven en bestuderen. Computers kunnen met deze taal bepaalde wiskundige stellingen bewijzen.
Lagendijk, die een opzienbare transfer van de Universiteit van Amsterdam naar Universiteit Twente maakte, onderzoekt hoe lichtstralen door materialen reizen. Volgens NWO heeft Lagendijk zijn specialisme zowel theoretisch als experimenteel tot volwassenheid gebracht.