Kamper scheepswerf beticht van fraude
Het openbaar ministerie beschuldigt scheepswerf Peters uit Kampen van fraude met exportsubsidies. De scheepsbouwer zou tussen 1998 en 2002 voor vier schepen ten onrechte 1,1 miljoen euro subsidie hebben ontvangen.
Dat stelde het openbaar ministerie dinsdag voor de Zwolse rechtbank.De Kamper werf maakte gebruik van een destijds bestaande regeling voor schepen die aan het buitenland werden verkocht. Als een Nederlandse werf kon aantonen dat er concurrerende offertes uit het buitenland waren, kwam men in aanmerking voor exportsubsidie. Op die manier werd de financiering geregeld.
Bij de vier omstreden schepen is volgens het OM een schijnconstructie opgezet: de boten zouden op papier aan een Finse reder zijn verkocht en soms nog dezelfde dag zijn terugverkocht aan Nederlandse commanditaire vennootschappen.
De subsidieaanvragen werden beoordeeld door Senter, destijds een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. De advocaten in deze zaak beweren dat meerdere scheepswerven met een schijnconstructie hebben gewerkt en dat deze niet vervolgd worden.
Advocaat mr. M. E. van der Werf stelde gisteren dat dit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De advocaat, die de kandidaat-notaris verdedigt die de koopakten opstelde, wil daarom de dossiers van de andere werven in het dossier gevoegd zien.
Los daarvan valt zijn cliënt niets te verwijten, omdat hij de betwiste akten te goeder trouw en op grond van de expertise van de werf heeft opgemaakt, stelt de raadsman. Het openbaar ministerie daarentegen stelt zich op het standpunt dat de notaris zijn onderzoeksplicht verzaakt heeft.
Overigens is de subsidieregeling wegens de gebleken fraudegevoeligheid inmiddels afgeschaft. Scheepswerf Peters heeft de onterecht verkregen subsidie terugbetaald, liet de officier van justitie weten.
De rechtszaak tegen de kandidaat-notaris uit Emmeloord begon gisteren; morgen moeten de scheepswerf, drie (oud-)directieleden en een vermeende handlanger uit Finland voorkomen.