Binnenland

Levenslang voor moorden uit 1984

De rechtbank in Amsterdam heeft woensdag de 47-jarige L. H. conform de eis veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de moord op de 9-jarige Donatha Haïm en haar 6-jarige broertje Sharon.

ANP
6 February 2003 09:16Gewijzigd op 14 November 2020 00:07

De twee kinderen werden op 4 maart 1984 in een woning aan de Argonautenstraat in Amsterdam-Zuid om het leven gebracht. Ook hun moeder, Corina Bolhaar (33), werd toen gedood, maar volgens de rechtbank is in dat geval het misdrijf moord niet bewezen. Justitie moest in alle zaken moord met voorbedachten rade bewijzen, omdat het misdrijf doodslag reeds was verjaard.

H. werd tevens beschuldigd van de moord op de Ierse Joanne Wilson in 1985. De rechtbank achtte zijn betrokkenheid daarbij niet bewezen en sprak hem van dat feit vrij. De romp en een been van de 22-jarige vrouw werden in oktober 1985 nabij het IJ in Amsterdam uit het water gevist. Volgens getuigen kende H. de vrouw en is hij het laatst met haar gezien. Het openbaar ministerie vond zelf ook al dat er te weinig bewijs was in deze zaak.

De veroordeling van H. in de zaak-Bolhaar, bijna negentien jaar na dato, is opmerkelijk, omdat hij in 1984 ook al werd verdacht van de gruwelijke misdrijven. Toen hij in 1984 werd gearresteerd, ontkende hij in de bewuste nacht in de woning te zijn geweest.

Nadat een taxichauffeur bij de politie had verklaard dat hij tijdens de bewuste nacht een Hell’s Angel in de buurt van de Argonautenstraat had afgezet, stelde H. zijn verklaring bij. Hij was er wel geweest, verklaarde hij toen, maar er was op zijn aanbellen niet opengedaan. Justitie moest hem destijds na zes weken wegens gebrek aan bewijs laten gaan. Jaren later werd H. uit de club gezet.

Kort voordat de zaak definitief zou verjaren, stortte journalist Peter R. de Vries zich op de zaak. Hij spoorde een getuige op -een ex-vriendin van H.- en leidde haar door naar de politie. Die begon een nieuw onderzoek. H. zat toen vast en werd opnieuw gearresteerd. Hij bleef echter ontkennen.

Wat er in de woning precies is gebeurd, blijft onduidelijk. Corina lag in de woonkamer, gewurgd. Vlak bij haar lag Sharon, met om zijn hals een touw en een riem. Het jongetje waren dertien steekwonden toegebracht. Donatha lag dood in haar bed, met acht steekwonden. De rechtbank gaat ervan uit dat Corina als eerste is gedood en daarna haar twee kinderen, maar houdt ook daarbij nog een slag om de arm. „De kinderen waren tegenover verdachte volkomen weerloos”, aldus het vonnis. „De aangebrachte verwondingen wijzen erop dat verdachte hen met intens geweld en met grote vastberadenheid heeft omgebracht.” Een halfbroertje van 1,5 jaar was ten tijde van de moorden ook aanwezig in de woning, maar hij bleef gespaard.

Een van H.’s advocaten, W. Anker, liet na afloop weten vrijwel zeker in hoger beroep te zullen gaan. Anker heeft altijd betoogd dat het bewijs in de zaak ontbreekt. Hij sprak zijn verbazing uit over het feit dat het vonnis van de rechtbank niet vermeldt welk bewijs is gebruikt om tot veroordeling van H. te komen. „Ik zie niet waarom de rechtbank zegt dat H. de dader is geweest”, aldus Anker. De rechtbank zal later met een uitgewerkt vonnis komen.

De familie reageerde opgelucht op de uitspraak. „Wat er ook als uitslag uitgekomen was, voor ons is het belangrijkste dat wij weten wie het geweest is”, zei de zus van Corina woensdag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer