Schokkers kregen flinke zak geld mee
In vier maanden tijd gingen in 1859 de woningen op het eiland Schokland tegen de vlakte en vertrokken circa 650 bewoners. De mythevorming rond deze unieke ontruiming –150 jaar geleden– heeft de geschiedenis echter geweld aangedaan, blijkt uit het standaardwerk ”Schokland verlaten: een reconstructie van de ontvolking in 1859”. „De ontruiming was puur een centenkwestie.”
Op 1 maart 1859 maakte burgemeester Gerrit Jan Gillot op aanplakborden bij het gemeentehuis van Schokland bekend dat de bewoners het eiland binnen vier maanden moesten verlaten. Het eiland, gelegen in de toenmalige Zuiderzee op een paar kilometer afstand van de monding van de IJssel bij Kampen, werd bewoond door 650 voornamelijk vissers.Ze woonden in drie buurten (Emmeloord, Middelbuurt en Zuiderbuurt) op een drassig eiland zonder bomen waarvan de huizen vrijwel permanent werden blootgesteld aan de felle winden op de Zuiderzee. „Behalve in de visserij was er geen droog brood te verdienen. In de winter lag alles stil. En de winters waren lang en hard in die tijd”, zegt schrijver Wim Veer.
Vanaf de jaren 30 van de negentiende eeuw liep de visstand echter terug en werden de eilanders meer en meer afhankelijk van inzamelingsacties om de winter door te komen. „De mensen kwamen tot de conclusie dat het een uitzichtloze zaak was.”
Het was de pastoor van het eiland, H. ter Schouw, die deze gevoelens voor het eerst op schrift naar buiten bracht. Hij gaf hiermee de aanzet tot het plan voor de ontvolking van het eiland. Een plan dat vermoedelijk door ingenieur van Waterstaat Jacob Ortt en de Overijsselse commissaris van de Koning Cornelis Backer is bedacht.
Schrijvers Klappe en Veer hebben nauwgezet nageplozen hoe de planvorming is verlopen. Over de ontruiming is juist het beeld ontstaan dat de arme eilanders met een fooi in de hand van Schokland zijn gestuurd.
Vertrouwen
„Er wordt wel gezegd dat ze met honderd gulden in de hand verdwenen. Maar dat was slechts de verhuisvergoeding. Voor hun huizen kregen ze ruim twee keer de getaxeerde waarde”, zegt Klappe. En zelfs die taxaties bleken ruim. De vergoedingen waren zo royaal omdat voorkomen moest worden dat er Schokkers over zouden blijven.
Niemand protesteerde, zegt Veer, en vanaf 1 maart 1859 begonnen de eilanders aan de sloop van hun woningen en vertrokken naar Kampen, Vollenhove, Urk en andere plaatsen. De afbraak van hun huizen was bevolen om te voorkomen dat ze ooit nog terug zouden komen.
Het protest is mede uitgebleven omdat de Schokkers vertrouwen hadden in de vergoedingen van het rijk, zegt Veer. „In 1855 was er al een kleine ontruiming op het eiland. De rijksoverheid vond de kosten voor bescherming van de kleine Zuiderbuurt tegen het wassende water te hoog en besloot de eilanders te laten verhuizen. Ze werden toen ruim gecompenseerd. In de emoties van de mensen heeft het vertrouwen dat dit gewekt heeft, een grote rol gespeeld.”
Schippers
Het Rijk zelf ging evenzo pragmatisch te werk. Het besluit tot de ontruiming bleek in de Tweede Kamer niets meer dan een centenkwestie, zeggen beide schrijvers. Veer: „Alle notabelen op het eiland werden bekostigd door het Rijk. Dat was een maatregel om de situatie op het eiland niet erger te maken. In de jaren 40 was Schokland de armste gemeente van het land.”
De Kamerleden ontdekten dat een leeg eiland goedkoper was dan een bewoond. Uiteindelijk verliep de ontvolking in vier maanden tijd zonder al te veel problemen. Het protest kwam erna pas, toen men met de sloop van onder meer de overgebleven kerken wilde beginnen.
„Honderden schippers protesteerden omdat ze hun toevluchtshaven bij slecht weer zagen verloederen. Uiteindelijk is besloten de haven in stand te houden en de kerk te laten staan als bakens voor de schippers.”
”Schokland verlaten: een reconstructie van de ontvolking in 1859” is een uitgave van de IJsselacademie in Kampen en wordt zaterdag gepresenteerd op Schokland. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan oud-minister Pieter Winsemius.
Op het eiland wordt dan ook een bronzen plaquette onthuld met daarin de aankondiging tot de ontruiming van burgemeester Gillot.