Ede hekelt beeldvorming rond onderzoek
„Buitengewoon ongelukkig” is de Edese burgemeester C. van der Knaap met een aantal berichten over het onderzoek naar de bevolkingsgroepen in zijn gemeente. „Ik wil het beeld wegnemen dat er een controverse tussen het islamitische en het reformatorische volksdeel zou bestaan.”
„Storend” noemt de Edese burgervader krantenkoppen die suggereren dat groepen in de gemeente Ede „op voet van oorlog” met elkaar leven. „Het onderzoek houdt wel een spiegel voor waarin iedereen zou moeten willen kijken.”„Het gaat helemaal niet om een verhouding van moslim versus refo, het gaat om een gebrek aan contact en daardoor soms ook aan wederzijds respect tussen de bevolking van stad en platteland”, zegt Van der Knaap. „Dat beeld zie je ook buiten de biblebelt. De plattelandsbewoners werken vaak hard, leven in een vrij gesloten gemeenschap en hebben niet zo veel behoefte aan contact met de inwoners van de stad. Daardoor komt men soms tot uitspraken over elkaar die ongepast zijn. Dat is de spiegel waarin we eerlijk moeten kijken. Het zou winst zijn als bezinning binnen de bevolkingsgroepen tot meer respect voor andere groepen zou leiden. Men staat te veel met de rug naar elkaar toe. Maar van oorlog of iets dergelijks is geen sprake. Er heerst harmonie in de gemeente Ede, al zouden het contact en het onderlinge respect beter kunnen zijn.”
De Edese burgemeester werd deze week overspoeld met vragen nadat onderzoekers van IVA Beleidsonderzoek en Advies, verbonden aan de Universiteit van Tilburg, vaststelden dat dat contact en respect te wensen overlaten.
De gemeente gaf enkele jaren geleden opdracht tot het onderzoek omdat ze wilde weten of de komst van salafistische predikers de radicalisering binnen de Marokkaanse gemeenschap in de wijk Veldhuizen zou versterken. „Er kwamen tijdens het onderzoek parallellen met het platteland naar voren”, zegt Van der Knaap. „Ook daar zijn besloten gemeenschappen en ook daar komt men in opstand tegen overheidsbemoeienis. De keten zijn verworden tot kroegen waar haast dagelijks vertier is. Alcohol- en xtc-gebruik zijn niet goed voor jongeren. Als wij daartegen optreden, is het onvoorstelbaar dat we een keet drie keer moeten verzegelen omdat de zegels steeds weer verbroken worden. Dat is een uiting van een kwalijke mentaliteit.
Vanwege die parallellen is het onderzoek verbreed. Daaruit kwam vervolgens ook naar voren dat er op het platteland niet zo respectvol over de moslims in de stad wordt gesproken. Dat media vervolgens echter direct een verband leggen met de reformatorische kerken, gaat me veel te snel. Bij andere middelgrote steden in Nederland kom je in het buitengebied hetzelfde beeld tegen. Ik maak me zorgen over ongenuanceerde berichten die mensen in hun religie kwetsen. Dat staat een openhartige discussie over de gesignaleerde problemen in de weg.”
De les uit het onderzoek is volgens de burgemeester „dat mensen eens moeten gaan nadenken over denkbeelden die ze over anderen hebben en de rauwe uitspraken die ze daarover doen. Die denkbeelden kúnnen ertoe leiden dat groepen echt tegenover elkaar komen te staan. We praten wel over medemensen. En áls mensen tot een reformatorische kerk behoren, horen ze ’s zondags wel iets anders over de omgang met de naaste. Veel contact tussen de bevolkingsgroepen hoeft er niet te zijn, als er maar onderling respect is.”
Het onderzoek rept ook over vijandigheid van extreem-rechtse Lonsdale-jongeren richting de Marokkanen. „Dat is een heel ander verhaal. Er woont een groep Lonsdale-jongeren in Bennekom, maar dat dorp is zo met de steden Ede en Wageningen verweven dat het niet past bij de rest van het buitengebied. Er is ook geen enkel verband tussen de Lonsdale-jongeren en de reformatorische groep.”