In Lunteren heerst onbehagen over allochtonen
Stempelen racisme en argwaan jegens allochtonen het buitengebied van Ede? Reacties uit Lunteren. „Als christenen een kerk in Marokko zouden bouwen, wordt die dezelfde dag nog platgebrand.”
In de Dorpsstraat in Lunteren speelt de wind met de herfstbladeren. De klokken van de dorpskerk galmen. Twee donkere kinderen spelen met twee blanke jongetjes.De dorpskernen rond Ede (onder meer Lunteren, Harskamp, Ederveen, Otterlo en Wekerom) houden buitenlanders het liefst buiten de deur. Er is sprake van hardnekkig „keukentafelracisme.” De conclusies van onderzoekers van Iva beleidsonderzoek en advies in een rapport over reformatorische dorpelingen in het buitengebied van Ede zijn niet mals. Hoe hangt de vlag erbij in Lunteren?
„Reformatorische mensen zien moslims toch wel als een probleem. Ze willen liever geen allochtonen om zich heen. Geen narigheid”, zegt C. H. Dijkhuizen, uitbater van een viswinkel. Hij kan zich best wat bij die houding voorstellen. „Ik wil niet alle allochtonen uit Ede over één kam scheren, maar de verhalen van winkeliers in de wijk Veldhuizen over pesterijen door bijvoorbeeld Marokkanen spreken boekdelen.”
De 17-jarige Rob van Ravenhorst, die even van zijn fiets is gestapt, zegt zich tegen racisme te keren. „Ik heb respect voor mensen en voor hun geloof.” Wat anders is dat er ergernis bestaat over bijvoorbeeld relschoppende Marokkanen in Ede. „Als jongeren bijvoorbeeld auto’s beschadigen.”
Een 18-jarige Lunterse, leerlinge op het Hoornbeeck College in Amersfoort, zegt „geen vijandige” gedachten over buitenlanders te koesteren. „Misschien is het meer angst. Als er nare dingen gebeuren in bijvoorbeeld Ede, hebben buitenlanders het vaak gedaan.”
In keten op het platteland rond Ede wordt „het racistisch denken” gevoed, vreest Janneke Stronkhorst (40), kerkend bij de hersteld hervormde gemeente in Lunteren. „Dat is droevig.” In Lunteren zelf valt het met angst voor vreemdelingen wel mee, denkt ze. „De mensen hier hebben toch wel een open blik.”
Een winkelende 52-jarige vrouw uit Ederveen, moeder van elf kinderen, kan zich wel wat voorstellen bij argwaan jegens vreemdelingen. „Ik merk het aan mijn eigen jongens. Ze kijken toch wel een beetje vreemd aan tegen allochtonen, die je in Ederveen niet veel ziet. Er is nauwelijks contact met die mensen.” Ze zegt zich te keren tegen racisme. „Als een van mijn kinderen het heeft over „vieze zwarte”, zeg ik er wat van.” Dat reformatorischen moslims met argusogen bekijken, vindt ze niet zo vreemd. „Er zit een gevaar in de islam. In zekere zin staan moslims vijandig tegenover alles wat christelijk is. Uiteindelijk willen ze christenen zelfs afslachten.”
Een 41-jarige ondernemer uit Lunteren is niet verbaasd dat er in de buitendorpen onbehagen over allochtonen heerst. „Als ik met mijn vrouw, die blond is, in Ede ben, roepen Marokkaanse snotneuzen van 16, 17 jaar naar haar. Je voelt je niet veilig. Denk ook aan verhalen van winkeliers die last hebben van groepen Marokkaanse jongeren. In Lunteren waren Marokkanen op een feest in een verenigingsgebouw. Toen iemand wat zei van de herrie die de Marokkanen maakten, kreeg hij te horen: „Maak dat je wegkomt, anders sla ik je eruit.” Hoewel hij zegt dat je „nooit haat tegen je medemens mag hebben”, is de ondernemer ervan overtuigd dat er racisme leeft onder dorpelingen in Lunteren.
Dat reformatorischen moslims liever zien gaan dan komen, kan hij goed begrijpen. „Reformatorischen hebben de indruk dat ze steeds verder worden teruggedrongen. In Nederland verrijzen moskeeën met allerlei toeters en bellen. Probeer in Marokko maar geen kerk te stichten. Die wordt meteen platgebrand.”
Cees de Koning, een oudere man afkomstig uit reformatorische kring, denkt dat het meevalt met het racisme in Lunteren. Duidelijk is wel, zegt hij, dat er op verjaardagen doorgaans in „negatieve zin” over allochtonen wordt gesproken.
Als het gaat om angst voor de islam, moeten christenen ook bij zichzelf te rade gaan, zegt De Koning. „Wij zijn vaak zo lauw en schamen ons heel vaak voor het geloof.”
Jeugdouderling W. Oosterom van de hervormde gemeente van Lunteren stelt dat er „behoorlijk wat” racisme voorkomt onder jongeren in het buitengebied. „Ik vind dat heel zorgelijk en jammer. De Bijbel gebiedt ons de naaste lief te hebben.” Wel benadrukt hij dat niet alleen reformatorische jongeren zich tegen buitenlanders keren, maar dat dit evenzo geldt voor seculiere jeugd. „In de leeftijd van 16 tot 25 jaar jutten jongeren elkaar in uitgaansgelegenheden op.”
Kerken en opvoeders hebben een „heel belangrijke taak” om racisme „bespreekbaar te maken”, zegt Oosterom. „Het is belangrijk dat ouders thuis ook op hun woorden letten. Als een vader rept over „ellendige buitenlanders”, kan dat zijn uitwerking hebben op de kinderen.”
Dat reformatorischen bevreesd zijn voor islamisering kan hij zich voorstellen. Toch denkt de jeugdouderling dat angst niet goed is. „Het is niet zo dat in deze regio de moskeeën als paddenstoelen uit de grond schieten, al wil ik de bouw daarvan niet stimuleren. Angst kan leiden tot aversie tegen buitenlanders. Een betere levenshouding is om een getuige van Christus te zijn.”