Binnenland

„Overal zijn prikkels om te eten”

Van de Nederlandse kinderen lijdt 15 procent aan overgewicht. Obesitasdeskundigen Rosalie Koolen en Hans Budde, werkzaam in het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam: „Leer kinderen de baas te zijn over hun eigen gewicht.”

ANP
8 September 2009 08:55Gewijzigd op 14 November 2020 08:37
Van de Nederlandse kinderen lijdt 15 procent aan overgewicht.
Van de Nederlandse kinderen lijdt 15 procent aan overgewicht.

De kliniek in Amsterdam behandelt jaarlijks zo’n 200 kinderen met obesitas (vetzucht).Wat is de beste manier om overgewicht bij kinderen tegen te gaan?

„Wie die oplossing heeft, krijgt de Nobelprijs. Het is namelijk enorm moeilijk om kinderen te bereiken”, aldus klinisch, kinder-, en jeugdpsychologe Rosalie Koolen. „Overal zijn prikkels om te eten. En zelfs als de overheid, gemeenten, scholen, ouders, bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen, en dat gebeurt volop, dan nog heb je geen goud in handen. Het is niet simpelweg wat meer bewegen of gezonder eten.”

Wat werkt wel?

Kinderarts Hans Budde: „Kinderen moeten snappen dat ze baas kunnen worden over hun eigen gewicht. Het grootste percentage kinderen dat we behandelen, is van allochtone afkomst. Die zeggen: „Ik ben te dik, u moet mij beter maken.” Het belangrijkste is het besef dat er zelf iets aan te doen is.”

Bewustwording dus. Wat is de volgende stap?

Koolen: „Pas als kinderen en hun ouders beseffen dat er iets moet gebeuren, valt er te praten over eetpatronen. Waarom aan tafel eten beter is dan op de bank voor de televisie, wat er in de schappen moet blijven liggen. Waarom goed kauwen belangrijk is. Maar het valt niet altijd mee. Ongezonde voeding is vaak goedkoper dan verantwoorde voeding. Dat vergt discipline.”

Budde: „En dat vereist een positief zelfbeeld. Wie slecht in zijn vel zit, ziet geen noodzaak om patronen te veranderen. In de kliniek werken we aan dat zelfbeeld.”

Zou een verbod op snoepreclame of snoepautomaten helpen?

Budde: „Het is niet dé oplossing. Maar wat je niet neemt, hoeft er ook niet af.”

Koolen: „Een snoepautomaat verleidt simpelweg. Dan kun je wel energie steken in opvoeding, maar ondertussen verdwijnt het zakgeld in de automaat. En dan is er ook nog de supermarkt op loopafstand. Het is een complexe situatie. Wie in een onveilige buurt woont, gaat geen blokje om. Wie niet buiten kan spelen, beweegt ook minder.”

Zijn fabrikanten van ongezonde voeding veroorzakers van overgewicht?

Koolen: „Onzin. Niemand heeft er baat bij om mensen ziek te maken.”

Budde: „Vetzucht en overgewicht heeft vaak te maken met de sociaal-economische status. Op het vmbo is 35 procent van de kinderen te dik. Op het hoger middelbaar onderwijs 10 procent. En dat ligt echt niet aan de slechte kantines.

Kinderen en ouders met overgewicht hoeven vaak maar een paar simpele dingen te veranderen. Eet gezonde dingen. En mensen moeten zich ‘gezond verplaatsen’, op de fiets naar school bijvoorbeeld. En wat gezond eten betreft: als oma het herkent, is het goed.”

Overgewicht ontstaat wanneer iemand meer calorieën binnenkrijgt dan dat hij of zij verbruikt. Dus bijvoorbeeld aan de ene kant te veel vette hamburgers eten en aan de kant alleen maar in de auto zitten of televisie kijken. Erfelijke factoren spelen daarbij ook een rol.

Te veel eten en te weinig bewegen leidt tot een surplus aan calorieën, wat in het lichaam wordt opgeslagen als vet. Vet is op zich niet slecht, maar te veel vet heeft tot gevolgd dat iemand te zwaar wordt.

Ernstig overgewicht wordt obesitas genoemd. Overgewicht en met name obesitas kan gezondheidsproblemen tot gevolg hebben, zoals diabetes en verschillende vormen van kanker.

Je kunt kijken of je te dik bent door je Body Mass Index (BMI) te berekenen: het gewicht (in kilogram) gedeeld door het kwadraat van de lengte (in meters).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer