„Norm arts belangrijk bij euthanasie”
Artsen die bereid zijn euthanasieverzoeken in te willigen, hoeven de ruimte die de wet daarvoor biedt niet volledig te benutten.
Hun persoonlijke normatieve kader speelt eveneens een belangrijke rol.Dat schrijven de medewerkers van artsenorganisatie KNMG G. van Dijk en E. van Wijlick in het vakblad Medisch Contact dat deze week verschijnt. In het stuk wijzen ze erop dat artsen die in principe openstaan voor euthanasie stervensverzoeken van beginnend dementerenden of psychiatrische patiënten mogen weigeren. „De wet staat het toe, maar niet alle artsen zijn daartoe bereid.”
In het artikel nuanceren zij onder meer de waarde van de wilsverklaringen van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). „Patiënten denken vaak dat ze daadwerkelijk euthanasie zullen krijgen als ze een standaardwilsverklaring inleveren waarin staat dat ze euthanasie willen als ze gevorderd dement zijn, kinderen niet meer herkennen of in coma raken.
Maar als een patiënt de eigen wil niet meer kan uiten, bijvoorbeeld door gevorderde dementie of coma, dan zal het vaststellen van de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het verzoek vrijwel onmogelijk zijn. In de praktijk komt het dan ook zelden of nooit voor dat euthanasie wordt uitgevoerd, ook niet als er een wilsverklaring is”, aldus Van Dijk en Van Wijlick in Medisch Contact.
De KNMG roept artsen en patiënten op gesprekken over levenseindebesluiten tijdig te voeren en open te zijn in het uitwisselen van opvattingen en standpunten. „Bij beslissingen rond het levenseinde passen geen misverstanden, daarvoor zijn de consequenties te groot.”