Informatie rond ramp Vlaardingen slecht
Het geven van informatie is en blijft een moeilijke zaak tijdens calamiteiten.
Niet alleen blijkt de informatievoorziening aan burgers lang niet altijd adequaat. Ook voor het uitwisselen van informatie tussen hulpverleners en het doorgeven van de laatste stand van zaken aan bijvoorbeeld burgemeesters geldt dit.
Dat blijkt uit de evaluatie van de gebeurtenissen rond de brand aan boord van de Friesland in de Vlaardingse Vulcaanhaven op 6 maart 2002. De evaluatie is gemaakt door het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement COT in opdracht van Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen.
De brand zorgde voor een enorme rookwolk met mogelijk gevaarlijke stoffen in met name Schiedam. Daar gingen de sirenes af, mensen moesten naar binnen en wegen werden afgesloten.
Op zich werd juist gehandeld, constateert het COT. De sirenes gingen terecht af en de A4 werd terecht afgesloten. Die beslissingen werden overigens al genomen nog voordat de diverse veiligheidsstaven bij elkaar waren. Die werden ook met recht en reden ingericht, maar de mensen die daar bij elkaar zaten moesten vervolgens allerlei toeren uithalen om informatie te krijgen.
Vooral de mobiele telefoon bleek een onmisbaar hulpmiddel. Maar de meeste mensen informeerden vooral de eigen netwerkjes via de voorgeprogrammeerde nummers. Dat leidde volgens het COT tot een „zekere mate van chaotisering.” Opvallend was volgens het COT dat er nauwelijks gebruik werd gemaakt van e-mail. Dat had juist veel plaatsen tegelijk kunnen informeren, is snel en werkt ook bijna interactief.
Al eerder werd bekend dat de informatie aan burgers niet vlekkeloos verliep. Volgens het COT verdient het aanbeveling om bij een incident van dergelijke omvang ook meteen landelijke informatiekanalen als teletekst en Radio 1 in te schakelen. Alleen de inschakeling van de regionale rampenzender Radio Rijnmond bleek onvoldoende.
Een echte fout bleek het niet waarschuwen van andere openbaarvervoerbedrijven dan de de Rotterdamse RET. Busbedrijf Connexxion en de Nederlandse Spoorwegen kregen helemaal geen informatie en konden die ook niet aan hun reizigers geven. Maar ze hadden die reizigers ook niet zomaar aan de rand van het rampgebied mogen laten gaan, aldus het COT.