Binnenland

Kroonprins bezorgd over Deltawerken

Kroonprins Willem-Alexander maakt zich grote zorgen over de veiligheid van de dijken in de komende decennia. Niets doen heeft volgens hem grote gevolgen. „Het zou zelfs kunnen betekenen dat alles wat we geïnvesteerd hebben in de Deltawerken, zowel voor de rivieren als voor de zee, aan het einde van deze eeuw teniet is gedaan.”

Ad Ermstrang
31 January 2003 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:06
ARNHEM - Prins Willem-Alexander in gesprek met verslaggever Pieter Jan Hagens. Op de achtergrond de Rijn, die de komende jaren op deze plek meer ruimte krijgt. - Foto NOS/Wouter van der Horst
ARNHEM - Prins Willem-Alexander in gesprek met verslaggever Pieter Jan Hagens. Op de achtergrond de Rijn, die de komende jaren op deze plek meer ruimte krijgt. - Foto NOS/Wouter van der Horst

De prins komt tot zijn opvallende conclusie in de reportage ”Nooit meer 1953”, die zaterdag wordt uitgezonden in het grote NOS-herdenkingsprogramma over de watersnoodramp. Zaterdag is het precies vijftig jaar geleden dat grote delen van Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en waarden en West-Brabant werden overspoeld tijdens een zware storm en springvloed. Meer dan 1800 mensen lieten daarbij het leven.

Prins Willem-Alexander benadrukt in de reportage dat het „van groot belang is om te blijven investeren in goed waterbeheer in ons land, willen we een watersnoodramp als in 1953 voorkomen. We kunnen niet achteroverleunen. Nederland is nog nooit zo veilig geweest, maar we moeten er wel aan blijven werken.”

Het waterbeheer behoeft volgens de kroonprins veel aandacht. Hij wijst daarbij op de voorspellingen van het KNMI, die voor deze eeuw uitkomen op 12 procent meer neerslag, 2 graden temperatuurstijging en 60 cm stijging van de zeespiegel. Om dat het hoofd te bieden moeten volgens hem de dijken op de juiste hoogte en sterkte worden gebracht en dienen landinwaarts vooral de rivieren meer ruimte te krijgen. „Doen we dat niet, dan zullen de rivieren in toenemende mate die ruimte zelf nemen, met alle overstromingsrisico’s van dien.”

Tijdens een afsluitend bezoek met verslaggever Pieter Jan Hagens aan Arnhem noemde Willem-Alexander om die reden het afblazen van de daar eerder geplande Meinerswijk langs de Rijn „een juiste beslissing. Zoals ook bouwen in de uiterwaarden niet meer kan.”

Bezocht de prins op 17 januari Arnhem, een dag eerder trok hij met de NOS per helikopter langs de vroegere rampplekken en de inmiddels voltooide Deltawerken. Vanaf Nieuwerkerk aan den IJssel, waar een dappere binnenschipper zijn vaartuig voor een brekende dijk ’parkeerde’, tot en met Noord-Beveland bezag de prins de Nederlandse delta vanuit de lucht. „Dan zie je precies waar het water vandaan komt, waar het naartoe loopt en hoe zich de ramp voltrok”, aldus Hagens gisteren in een toelichting.

Volgens de verslaggever was de prins niet alleen goed voorbereid, maar bleek hij ook op aanverwante terreinen veel parate kennis te bezitten. „Op alle locaties had hij een goed verhaal.” In Kortgene ontmoette Willem-Alexander een aantal overlevenden van de ramp. Bij die gesprekken was hij vooral de luisteraar en slaagde hij er volgens Hagens uitstekend in de mensen op hun gemak te stellen.

De reportage werd vooraf zorgvuldig voorbereid en nauwgezet gevolgd door de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). „In de helikopter waren wel tien mensen aanwezig.” Toch heeft het volgens Hagens niet geleid tot wijzigingen of discussies over bepaalde uitspraken. Wel hebben de vele gesprekken en ook de kunde van de prins in zekere mate bijgedragen aan de richting waarin de reportage is gegaan.

Hagens vond de sfeer tijdens de reportage ontspannen. „Op een gegeven moment nam de prins zelf de stuurknuppel van de helikopter korte tijd over. Ik heb dat met enige zorg gadegeslagen, maar ook dat ging hem goed af.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer