Dat bepleit het voormalig ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop vrijdag op de opiniepagina van Trouw. Hij vindt dat Nederlandse politici in de campagnetijd te snel voorbij zijn gegaan aan het Frans-Duitse voorstel om te komen tot een Europese president. Van Middelkoop wijst erop dat dit voorstel kan rekenen op sympathie van Groot-Brittannië en Spanje.

Gezien deze politieke realiteit zou Nederland binnen de EU creatiever moeten meedenken over een mogelijk presidentschap, meent Van Middelkoop. Hijzelf doet daartoe een poging. Vaak komt het pleidooi voor een president voort uit het „aloude, maar nooit haalbare ideaal” van een federaal Europa. Van Middelkoop ziet de EU liever pas op de plaats maken en kiezen voor een feodale structuur: „Deels een hiërarchische relatie tussen de lidstaten en de Unie en deels een contractuele relatie met goed omschreven wederzijdse verplichtingen.”

Ook binnen zo’n feodaal Europa past een president „met coördinerende en agenderende bevoegdheden”, meent Van Middelkoop. Geen verkozen president, maar een door de Europese Raad benoemde. Het presidentschap mag ook niet vergelijkbaar worden met dat van de Verenigde Staten of van Frankrijk, waar de president staatshoofd is. „Eerder ligt de vergelijking in de rede met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.”

De president moet wat Van Middelkoop betreft het roulerend voorzitterschap bijstaan. Ieder halfjaar fungeert een andere EU-lidstaat als voorzitter, en een president zou kunnen zorgen voor „enige continuïteit.” Van Middelkoop beëindigt zijn ingezonden artikel met de suggestie dat „een Nederlandse regering met enig historisch besef” de president kan proberen te tooien met een andere kwalificatie: stadhouder.