Begraafplaats krijgt geen verhuiskaartje
Gemeenten hebben vaak de grootst mogelijke moeite om een grafeigenaar te vinden als het graf moet worden geruimd. Vaak is de familie inmiddels verhuisd en aan het versturen van een verhuiskaartje naar de begraafplaats denken de meeste mensen niet.
Het onderhoud van een graf kost gemeenten geld en daar zijn ze zich steeds meer van bewust. Overal in het land zijn grafrechten daarom fors gestegen. Wanneer na verloop van tientallen jaren de grafrechten zijn vervallen, is ruiming niet alleen ruimtescheppend, maar vooral ook sterk kostenbesparend.Volgens Antoine Fonville van de website begraafplaats.org kost het veel gemeenten moeite de nabestaanden te vinden, wat nodig is om de graven te kunnen ruimen.
Maar hij heeft ook kritiek op de pogingen die gemeenten ondernemen. „Ze zouden best wat meer energie kunnen steken in die speurtocht”, vindt hij. „Ga bijvoorbeeld googelen. Dat is beter dan nabestaanden boos aan de telefoon te krijgen als het graf is geruimd.”
Het probleem speelt vooral bij koopgraven. Die dateren vaak van voor de Tweede Wereldoorlog tot de jaren zestig van de vorige eeuw. Die graven zijn destijds gekocht met zogeheten ”eeuwigdurend recht”.
Volgens een artikel in Binnenlands Bestuur, het blad voor overheidspersoneel, komt het kopen van een graf vandaag de dag vrijwel niet meer voor. De meeste mensen huren tegenwoordig een graf voor tien, twintig of dertig jaar.
Gemeenten lijken minder dan vroeger klakkeloos te werk te gaan bij ruimingen. Vaak wordt eerst gekeken of er grafmonumenten aanwezig zijn met een eventuele historische waarde – een ontwikkeling die Fonville toejuicht.
Het komt overigens ook voor dat gemeenten niet op zoek hoeven gaan naar eigenaren van graven omdat het probleem bij hen helemaal niet speelt. Fonville: „Door het toenemend aantal crematies hebben sommige gemeenten juist ruimte genoeg op de gemeentelijke begraafplaats.”