Dat blijkt uit waarnemingen van het Verkeerscentrum Nederland, onderdeel van Rijkswaterstaat. „We zien om ons heen dat pechgevallen steeds minder vaak op de snelweg worden verholpen”, aldus Melanie van Jaarsveld van Rijkswaterstaat donderdagmorgen.Het Verkeerscentrum Nederland roept pechhulpdiensten er al jaren toe op om eerst op de eigen veiligheid te letten. In 2005 scherpte het centrum afspraken over hulp op de snelweg aan.

Van Jaarsveld: „Wat we nu zien, is dat pechhulpdiensten aan die afspraken steeds meer uitvoering geven.”

De beslissing om een auto met pech al dan niet ter plaatse te repareren, maakt de pechhulpverlener zelf. „Daarbij is de afspraak dat we niet sleutelen op plaatsen die als gevaarlijk bekendstaan”, zegt woordvoerder Ad Vonk van de ANWB, de grootste pechhulpverlener.

„Onder viaducten, op bruggen en op plaatsen waar de vluchtstrook smaller is dan 2 meter kan het erg gevaarlijk zijn. Hetzelfde geldt als door het weer het zicht beperkt is.”

Overigens krijgt de ANWB niet meer dan 10 procent van alle meldingen vanaf de snelweg. Bovendien blijft de dienst op snelwegen gewoon sleutelen zodra de omstandigheden het toelaten, benadrukt Vonk. „Dus zelfs op de A10 rond Amsterdam blijft dat mogelijk.”