Bloedarmoede verhoogt sterftekans bejaarden
Mensen van 85 jaar en ouder met bloedarmoede hebben een verhoogde sterftekans. Voor hoogbejaarden die pas na hun 85e verjaardag bloedarmoede ontwikkelen, is die kans zelfs tweemaal groter.
Dat concludeert geneeskundige W. den Elzen van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Volgens Den Elzen is nader onderzoek nodig om vast te stellen of het zinvol is de zeer oude mensen te behandelen voor hun bloedarmoede. Den Elzen publiceert haar bevindingen deze week in het Canadian Medical Association Journal (CMAJ).Er zijn veel oorzaken voor bloedarmoede bij oude mensen. Een tekort aan foliumzuur of vitamine B12, meestal veroorzaakt door een slechte voedingstoestand, is mogelijk, maar ook onopgemerkte inwendige bloedinkjes. Ook kanker en reuma kunnen een rol spelen.
Bloedarmoede is op tal van manieren te behandelen. Den Elzen adviseert nader onderzoek naar het effect van het toedienen van het hormoon EPO. Dit middel is vooral bekend als doping in de sport, aangezien het de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert.
Den Elzen maakte gebruik van gegevens uit de Leiden 85-plus studie, waarbij 562 mensen vanaf hun 85e jaar gevolgd werden. Bij aanvang van deze studie leed ruim een kwart van de deelnemers aan bloedarmoede. Zij hadden een bijna anderhalf keer zo grote sterftekans als de deelnemers zonder bloedarmoede, ook na correctie voor onderliggende ziekten. Voor ouderen na het 85e jaar was de sterftekans zelfs verdubbeld.