Celstraffen geëist na bruut geweld Edenaren
Een opmerking over het gooien van een bierflesje in een vijver in Ede leidde op 17 april tot een uitspatting van bruut geweld. Twee Edenaren, de 29-jarige B. van B. en de 23-jarige N.W., hoorden bij de rechtbank in Arnhem beiden een celstraf van een jaar, waarvan de helft voorwaardelijk, tegen zich eisen wegens toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en diefstal.
W. en Van B. hadden bij de Victoriavijver in Ede biertjes gedronken en drugs gebruikt. W. gooide een bierflesje in het water, vlakbij wat kinderen die daar aan het vissen waren. Toen een man op een scooter daar een opmerking over maakte, sloegen de stoppen door. Van B. gaf de man een kopstoot en sleurde hem van zijn brommer. In blinde woede schopten en sloegen de Edenaren op de man in, voor het oog van de kleine kinderen.Vooral W. maakte het bont. Luid brullend ging hij op het slachtoffer zitten, tilde diens hoofd op en gaf hem een harde kopstoot. Dit herhaalde hij vijf of zes keer. Na nog wat trappen vluchtten de mannen. Van B. startte de scooter van hun slachtoffer en W. sprong achterop. Op de eerste rotonde werden ze onderschept door de politie.
In de rechtbank verklaarde W. zijn blinde woede door aan te geven dat hij al langere tijd ruzie met het slachtoffer had. Die zou hem al meerdere keren hebben bedreigd. Van B. vertelde dat hij de man nooit eerder had gezien. De twee daders hebben allebei een lang strafblad. W. heeft al een aantal keren gezeten, voor mishandelingen en geweld tegen vooral allochtonen.
W. wil zich tijdens het voorwaardelijk deel van zijn straf wel laten behandelen voor zijn agressie, maar weigert daarvoor in een gesloten inrichting te gaan. De Edenaar zegt van zichzelf dat hij niet verslaafd is aan drank en drugs. Van B. kan maandag terecht voor een behandeling in een kliniek in Wolfheze. Deze week besluit de rechtbank of zijn gevangenisstraf voorlopig wordt geschorst. Over twee weken doen de rechters uitspraak over de strafeis.