Dat is een belangrijke boodschap van een commissie die het kabinet adviseert over de toekomst van het Nederlandse drugsbeleid. Betrouwbare bronnen hebben dat woensdag gezegd. De drugscommissie, onder leiding van voorzitter Wim van de Donk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), presenteert donderdag haar bevindingen.Het kabinet had de commissie advies gevraagd met het oog op een nieuwe drugsnota, die dit jaar moet verschijnen. Daarin wordt teruggeblikt op het gedoogbeleid van de afgelopen dertig jaar en aangegeven hoe het drugsbeleid moet worden voortgezet.

In al die jaren is er veel meer bekend geworden over de schadelijke effecten van softdrugs. De wereld van softdrugs staat bovendien onder invloed van criminelen.

Vooral de medische gevolgen zijn volgens de commissie een extra argument om in te grijpen en het softdrugsbeleid terug te brengen naar waar het voor bedoeld was: de verkoop van cannabis, zoals marihuana, aan lokale gebruikers. De commissie–Van de Donk pleit ook voor een onderzoek naar de verschillen in aanpak van hard– en softdrugs. Dat kan tot één drugslijst leiden. Nu kent Nederland nog twee opiumlijsten: een met verboden middelen en een met (beperkt) toegestane producten.

De coalitiepartijen hebben zeer uiteenlopende opvattingen over de toekomst van het Nederlandse softdrugsbeleid. Het CDA wil een einde aan het gedogen en zou het liefst alle coffeeshops sluiten. De PvdA pleit voor kleinschalige coffeeshops voor lokale gebruikers. De partij wil daartoe de productie van wiet onder strikte controle toestaan.

Nederland telt ongeveer zevenhonderd coffeeshops, verdeeld over 106 van de 443 gemeenten. Ze mogen geen harddrugs hebben, niet meer dan 500 gram in voorraad hebben en hun klanten maximaal 5 gram per keer verkopen. Gemeenten vinden het lastig om met name de laatste twee criteria goed te controleren. De ministers vinden dit zorgelijk en kondigden eerder dit jaar aan daarop terug te komen in de drugsnota.