Opnieuw discussie over vrije schoolkeuze
Een aantal gemeenten wil af van het automatisme dat ze duizenden euro’s per jaar aan leerlingenvervoer moet betalen. Ze vinden het niet meer van deze tijd dat ouders op grond van de vrijheid van onderwijs hun kind naar een school van eigen richting in een andere gemeente sturen en de overheid dat financiert.
Een commissie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit voor een brede discussie over de vrije schoolkeuze, zo blijkt uit het magazine van de VNG van deze week. Ouders mogen nu op grond van artikel 23 van de Grondwet en wetten die daaruit voortvloeien zelf weten naar welke school hun kind gaat. De overheid betaalt daaraan mee. Maar niet langer tot elke prijs, stelt de commissie. Voor haar komt de grens van wat maatschappelijk aanvaardbaar is, in zicht.De VNG-commissie valt over het leerlingenvervoer door twee kwesties in de afgelopen drie jaar. Zo steggelde de gemeente Werkendam met ouders van een nu 11-jarige jongen die gebruikmaakt van een speciale onderwijsvoorziening aan de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn. Kosten voor de gemeente: 45.000 euro per jaar.
De tweede kwestie speelde in 2007 in Stadskanaal. De gemeente moest 30.000 euro per jaar betalen voor het vervoer van een verstandelijk gehandicapt jongetje naar de reformatorische school voor speciaal onderwijs in Zwolle. Stadskanaal diende daarop tevergeefs een verzoek in bij onderwijsminister Plasterk om de Wet op het leerlingenvervoer aan te passen. De gemeente betreurde de afwijzing, maar was blij dat Kamerfracties en de VNG lieten weten de discussie verder te willen voeren.
Dat gebeurt nu inderdaad. Volgens het VNG Magazine vindt commissielid en VVD-burgemeester Brok van Sneek het hoog tijd om artikel 23 tegen het licht te houden. Het gaat Brok niet zozeer om het recht van ouders om te kiezen voor onderwijs dat aansluit bij hun geloofsrichting of levensovertuiging, maar wel om de vraag of álle gemeenten per definitie álle vormen van vervoer voor hun rekening moeten nemen.
Volgens de Werkendamse CDA-wethouder Hak heeft de discussie ook alles te maken met welzijn: „Er zijn drie belangen in het spel: van de ouders, van de gemeente en zeker ook van het kind. Wij vragen ons af of het in het belang van het kind is om dagelijks uren in de auto te moeten zitten, terwijl het dan ook zou kunnen spelen.”
Potentieel probleem
Commissielid Siroen, raadslid voor Progressief Leefbaar in Cuijk, stelt dat de vervoerskosten voor leerlingen naar het bijzonder speciaal onderwijs „de pan uit vliegen.” Siroen signaleert ook nog een potentieel probleem: „Moslims kunnen dezelfde claims leggen als reformatorische ouders. Daarom is het goed om nu een fundamentele discussie te voeren.”
Mr. J. W. Voorwinden van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) wijst er desgevraagd op dat het financieringsstelsel normaliter goed werkt. Gemeenten krijgen een vergoeding via het Gemeentefonds, maar dat is soms te weinig. „Ik kan me er iets bij voorstellen dat het de draagkracht van een gemeente te boven gaat. Maar wat is het alternatief? Het is een groot goed dat ouders zelf een school mogen kiezen. Misschien is het een idee om eens te kijken naar de verdeelsleutel van het Gemeentefonds of een noodvoorziening voor gemeenten te creëren. Een discussie over de kosten van het leerlingenvervoer kan het beste worden meegenomen in het debat over passend onderwijs.”
Daarnaast vraagt Voorwinden aandacht voor het feit dat ouders zelf al een drempelbedrag en een inkomensafhankelijke bijdrage moeten betalen.
Bovendien betreurt hij juist de trend dat ouders steeds minder gemakkelijk voor een gemeentelijke onkostenvergoeding in aanmerking lijken te komen. „Er mogen geen belemmeringen zijn waardoor ouders hun kind maar naar een school van hun tweede keus sturen.”