Veteranendag Den Haag druk bezocht
Militaire voertuigen, witte anjers, muziekkorpsen, militairen en vooral veel veteranen. Den Haag stond zaterdag in het teken van de drukbezochte vijfde Nederlandse Veteranendag.
Ongeveer zestig actieve militairen kregen op het Binnenhof de herinneringsmedaille voor vredesoperaties uitgereikt voor hun inzet bij recente missies. Dat gebeurde door prins Willem-Alexander samen met premier Balkenende en de bewindslieden van Defensie, minister Van Middelkoop en staatssecretaris De Vries, maar ook door oude veteranen en kinderen. Een militair en twee veteranen kregen het Draaginsigne Gewonden, voor militairen die door hun strijd getekend zijn voor het leven. Een andere veteraan ontving het Ereteken van Orde en Vrede en het Mobilisatie-Oorlogskruis. De ceremonie werd afgesloten met het Wilhelmus.Meer dan 3500 veteranen en militairen liepen mee in het defilé, dat door prins Willem-Alexander op de Kneuterdijk werd afgenomen. De defilerende detachementen werden begeleid door zeventien muziekkorpsen. Onder meer de Gele Rijders, de dragers van de Bronzen Leeuw en het Bronzen Kruis (hoge militaire onderscheidingen), de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht en de Unie van Nederlandse veteranen liepen mee. In de stoet reden ook historische voertuigen mee.
De kroonprins maakte eerder op de dag ruimte voor een praatje met kinderen en veteranen op het Binnenhof. Hij ging in op allerlei vragen van kinderen, die voornamelijk geïnteresseerd waren in het leven van de prinsesjes. De prins bezocht ook het Malieveld. Hij liet zich niet verleiden om te abseilen.
Ruim 70.000 mensen waren getuige van het defilé. Boven de Haagse binnenstad kwamen historische en moderne vliegtuigen en helikopters voorbij.
In de Ridderzaal had ’s ochtends een plechtige bijeenkomst plaats, waar premier Balkenende vele veteranen en militairen toesprak.
Overigens was er ook een tegengeluid te horen tijdens de Veteranendag. In de Boskantkerk in Den Haag hand een alternatieve bijeenkomst plaats. Daar werd onder meer gesproken over de misdaden die Nederlandse militairen tussen 1945-1950 in toenmalig Nederlands-Indië zouden hebben begaan, met name in het Javaanse dorp Rawagedeh in 1947. „Rawagedeh werd genoemd in de excessennota in 1969, maar bleef onopgemerkt. De zaak belandde in de vergetelheid van de ongemakkelijke waarheden”, zei militair historica S. Scagliola.