Stichting LightRec, waarin de verlichtingsbranche is verenigd, pleit daarom voor veel meer voorlichting. Voorzitter Martin de Jager overhandigde woensdag de resultaten van een onderzoek aan de speciale werkgroep van de overheid die zich met verlichting bezighoudt.Uit dat onderzoek blijkt dat Nederlanders samen al 64 miljoen spaarlampen hebben aangeschaft. Vooral ouderen hebben er thuis een aantal ingedraaid. Consumenten die minder dan modaal verdienen, hebben gemiddeld meer energiezuinige lampen. Een doorsnee huishouden heeft 57 lampen.

Het aandeel duurzame peertjes is de laatste jaren toegenomen. In 1990 stond in een woning gemiddeld een spaarlamp aan. Tien jaar later waren dat er drie. Binnen nu en vijf jaar is bijna alle binnen– en buitenverlichting energiezuinig, voorspelt de stichting. Vooral omdat vanaf september de gloeilamp uit de winkelschappen verdwijnt.

De Jager voorziet zelfs een „snel aanwassend stuwmeer" aan spaarlampen. „Momenteel zijn er nog ruim 230 miljoen gloeilampen aanwezig. Deze moeten de komende jaren worden vervangen".

In tegenstelling tot de gloeilamp mag een spaarlamp niet bij het huisvuil. Net als TL–buizen horen ze te worden afgegeven bij de milieustraat. In een spaarlamp zit een kleine hoeveelheid kwik. Bovendien kan hij tot 94 procent worden gerecycled.

Minder dan de helft van de Nederlanders levert een spaarlamp momenteel goed in. De Jager: „De consument trekt logischerwijs geen parallel tussen een spaarlamp en een wasmachine, maar beiden vallen onder dezelfde regelgeving".

De stichting onderhandelt met super– en bouwmarkten over het plaatsen van speciale afvalbakken, zodat het voor de consument makkelijker wordt om de peertjes in te leveren. Een campagne op radio en televisie wijst de consument op haar verplichting.